De prijs van ongelijkheid
door Tjeerd de Boer, econoom
Een gemiste kans
Is de titel van een boek van Stiglitz,'gepubliceerd in 2012, en goed leesbaar ook voor niet economen.
Hij toonde aan dat de Amerikaanse economie aanzienlijk kan groeien als de koopkracht van de laagste
inkomensgroepen wordt verbeterd. 15 % van de Amerikanen leeft onder de armoedegrens ($10.000 per persoon),
terwijl de Top 1% 20 % van BNP bezit, 1/3 van alle vermogens en bijna 60 % inkomen 'verdient' door
kapitaalbezit. Zouden de rijken meer belast worden ten goede van betere inkomens voor laagverdieners en
uitkeringen voor werklozen en zieken, dan kon de Amerikaanse economie meer dan $900 miljard (= 16 % van
BNP) groter zijn
(dit heet de output gap).
Armoede is meer dan geen geld
Wilkinson en Pickett, 2 epidemiologen, gaan veel verder in hun onderzoek naar gevolgen van ongelijkheid.
In hun 'the spirit level' (2010), waarom gelijkheid beter is voor iedereen, tonen zij aan dat ongelijkheid
niet alleen inkomens betreft maar een veelheid van daarmee samenhangende andere ongelijkheden. Het
opvallendst is ongelijkheid in gezondheid, dat perfect correleert ofwel samenhangt met ongelijkheid van
inkomens. Gebruikmakend van de index of Health and Social Problems toonde zij aan dat een veelheid van
medische en sociale problemen geconcentreerd zijn in de laagste inkomensgroepen. En hoe ongelijker de
inkomensverdeling van een land hoe erger deze problemenrijkdom bij de armen. De USA staat in alle grafieken
eenzaam bovenaan, zoals in grafiek 2.2: op X-as mate van inkomensongelijkheid, op Y-as de Healthindex,
bovenaan is slecht. Nederland, Japan en de Scandinavische landen scoren goed.
Over gewicht
M'n lijf is 8 kilo te zwaar en dat is al 20 jaar zo. Een evenwicht tussen sport en het goede leven, en
aangezien m'n bloedonderzoeken goede resultaten laten zien is m'n 'pront' zijn geen probleem. 20 jaar
geleden ging ik me wel verbazen over obesitas en de omvang daarvan in de USA bevolking. Voor het gemak
definieer ik obesitas als iemand meer dan 50 kg te zwaar is. In Amerika betreft het 1/3 van de bevolking,
2/3 heeft overgewicht (BMI tot 30 punten). Hoe kon het zo ver komen en ook: waar is de wilskracht gebleven
bij die obesen in het land van de Grote Eigen Verantwoordelijkheid?
Oorzaken van obesitas
Vroeger waren veel rijken dik, thans veel armen in vrijwel alle welvaartstaten. Aangezien obesitas zo'n
omvangrijk collectief probleem is geworden -let wel dat het veroordelen van obesen op grond van
individualisering zinloos is- moet er ook op collectief niveau worden gezocht naar oplossingen. Een aantal
van die oplossingen betreft het aanbod van de voedselindustrie, het gaat dan om de enorme hoeveelheid
suikers, vetten en koolhydraten in fabrieksvoedsel. Gemak dient de mens maar als miljoenen zich minder dan
een half uur per dag bewegen, dan is obesitas al redelijk te verklaren.
Wilkinson en Pickett zijn medische onderzoekers en kwamen met een verrassend resultaat. In landen met
intense concurrentie om banen, status en bezit leven velen in continue stress, en die stress zorgt voor een
tragere werking van spijsvertering, daarnaast ook geheugen en denkvermogen(p115). Naast deze medische
verklaring van de kans op obesitas is er nog een maatschappelijke reden mogelijk, namelijk als velen in een
'werkhel' leven (zie: Juliet Schor), nemen velen ook geen tijd om zelf goed te koken en bezoeken zij
doorgaans fast food ketens. Over anti individualisering gesproken: een tijd geleden diende een Amerikaanse
vrouw van 300 kg een juridische aanklacht in tegen MacDonalds. Dit bedrijf had haar moeten wijzen op haar
verantwoordelijkheid!!!
Ongelijkheden
Ongelijkheid betreft volgens Wilkinson en Pickett niet alleen geldverdeling, het betreft een geheel van
ongelijkheden, en ook zoals gezegd, hoe meer ongelijkheden in een land, des te meer problemen die met die
ongelijkheden samenhangen. Concreet gezegd hebben de laagste inkomensklassen in het meest ongelijke land
onder de welvaartstaten, de USA, te maken met armoede op het gebied van onderwijskansen, welzijn, sociale
verbanden en vrienden, banen en inkomenszekerheid (flexwerk), geestelijke en lichamelijke gezondheid en
sociale mobiliteit (carrierekansen). Teenage huwelijken en gevangenschap voor jongeren komen in die lage
inkomensgroepen veel vaker voor dan elders. In de middenklassen ook veel stress ivm gevaar van falen in
werk en angst voor statusverlies.
Het venijn van de Staart (zie bij individualisering, nieuwsbrief nr 79)
Concurrentie wordt vaak verheerlijkt, het houd de mensen scherp... maar concurrentie wordt moordend voor
de maatschappij als de mensen elkaar meer wantrouwen dan als medemens zien.
De ellende is dat de meeste mensen in een concurrentiemaatschappij niet anders kunnen dan erg op zichzelf
betrokken te zijn, zodat Thatchers ideaal van een maatschappij van individuen als vanzelf is uitgekomen na
decennia van turbokapitalisme. In zo’n maatschappij is er weinig begrip en gevoel voor alle anderen dan ik
en mijn bekenden, of dat nou een jeugd 'gang' is of een groep rijken in een 'gated community' rijdend in
gepantserde SUV's. Veel Amerikanen jubelen bij het idee om alle belastingen af te schaffen, dus de overheid
ook? Waarom betalen voor openbare voorzieningen die mij niet aangaan? In zo'n maatschappij is dan geen plaats
meer voor een stelsel van sociale zekerheid tegen de armoede, en meer collectieve regelingen ten bate van
individu en maatschappij.
Als met name de USA dreigen af te glijden naar een Anarchie van Individuen dan is een desintegratie van die
maatschappij en van de economie zeker mogelijk. De Individualisering, zo vaak bejubeld door de MarktGelovigen
en Neoliberalen, bijt aldus in de eigen staart…