Waarom de Werelddag tegen Armoede
De werelddag tegen de armoede is in 1992 ingesteld door de Verenigde
Naties. Over de hele wereld wordt al dertig jaar op 17 oktober aandacht
besteed aan de bestrijding van armoede, schulden en sociale uitsluiting.
In de onzekere tijd waarin we verkeren is het overduidelijk geworden dat
voor grote groepen in Nederland hun bestaanszekerheid op de tocht
staat, of je nu wel of geen baan hebt.
Dit is geen natuurlijk gegeven, maar het gevolg van tientallen jaren
eenzijdig economisch beleid, waarbij de overheid verzuimd heeft haar
taken ter bescherming van al haar burgers uit te voeren. Op sociale
voorzieningen werd bezuinigd, banen werden omgezet in flexwerk,
toezicht was er niet, ook niet toen diensten van de overheid groepen
gingen discrimineren. Het vertrouwen in de overheid staat inmiddels
op drie op de schaal van tien.
Er moet een doorbraak komen, zodat iedereen, in dit zogenaamd rijke
land, zijn of haar leven kan leven, zonder angst of bedreiging.
Waarbij bestaanszekerheid van mensen voorop staat.
Stagflatie
door Drs. Tjeerd de Boer
Stagnatie en inflatie
De term stagflatie werd in de jaren ’70 bedacht door economen en
werd overgenomen door politici. Men wist geen raad toen met
stagflatie wegens een beruchte tegenstrijdigheid. Tot in de jaren
’70 was Keynesiaanse economische politiek dominant in de meeste
Westerse landen. De theorie van Keynes was makkelijk te begrijpen
wegens een bepaalde logica in zijn conjunctuurtheorie. Tijdens
een recessie of depressie krijg je te maken met deflatie, een
negatieve prijs- en loonspiraal die de economie verlamt over een
bepaalde periode. Omdat ook bedrijfsinvesteringen verlamd worden,
moet de overheid investeren om uit deze crisis te komen. Op deze
manier kan een laagconjunctuur worden omgekeerd naar herstel van
groei.
In een oververhitte economie met doorgaans een te grote vraag en
het gevaar van teveel investeringen en overheidsuitgaven ontstaat
inflatie. Keynes wees zeker op het belang van goede lonen om zo
een goede consumentenmarkt te creëren tot vreugde van ondernemers
voor hun groei van afzetmarkten. Wordt de inflatie gevaarlijk
hoog, zeg boven de 5 à 10 %, dan kan een centrale bank ingrijpen
door de renten te verhogen. Dat remt leningen voor investeringen
en consumeren. Maar ook de overheid kan een hoogconjunctuur
afremmen door bezuinigingen op de collectieve sector. En het
verhogen van belastingen om de staatskas extra te vullen in geval
er weer magere jaren volgen. De overheid moest dus gasgeven bij
laagconjunctuur en remmen bij hoogconjunctuur.
goede lonen voor een goede consumentenmarkt
In de jaren ’70 gebeurde er iets merkwaardigs. Veel afzetmarkten
waren verzadigd ofwel de vraag nam niet meer toe, stagnatie dus
(nog geen recessie!). Maar door de eerste oliecrisis namen de
productieprijzen enorm toe, de cost push inflation. Aldus
ontstond een tegenstrijdig mengsel van én stagnatie én inflatie,
versterkt als de lonen evenredig toenamen met de inflatie én
ondernemers deze kostenstijging weer doorberekenden in hun
prijzen. Toen in 1979 opnieuw een olieprijsexplosie volgde,
geraakten de economieën van alle Westerse landen in een recessie.
De gevolgen voor de Keynesiaanisme theorie binnen de economische
wetenschap en de daarop gebaseerde politiek sinds de Tweede
Wereldoorlog waren desastreus. De combinatie van stagnatie én
inflatie kon namelijk niet volgens de leer van Keynes. De
neoliberalen rondom Friedman die decennialang hadden moeten
wachten achter de coulissen, grepen hun kans en veroverden het
wereldtoneel in economie en politiek na 1980. De overheid werd
gezien ook als een inflatie aanjager door veel te hoge
collectieve uitgaven. Aldus werd Bezuinigen onderdeel van de
neoliberale politiek.
Een omgekeerde stagflatie
Na de coronacrisis – let wel dat de meeste Westerse landen
economisch bleven groeien- ontstond een combinatie inflatie door
grote inhaalvraag door consumenten en, gevolg van de lockdowns
vooral in China, een kostprijsinflatie door verstoorde leverantie
van grondstoffen en onderdelen. Daarna volgde een
energieprijsexplosie die zijn weerga niet kent, we weten intussen
de cijfers. Bij elkaar opgeteld dus een hyperinflatie die de jaren
’70 overtreft.
En met dit verschil dat de inflatie in de jaren ’70 niet werd
veroorzaakt door een te grote consumentenvraag maar voornamelijk
door kostprijsinflatie door de olieprijsverhogingen. Ook een
verschil met de inflatie van toen is dat we nu aan de aanbodzijde
te maken hebben met kostprijsinflatie door verstoorde wereldwijde
productienetwerken en daar bovenop een enorme kostprijsinflatie
door die energieprijzen. Om te beginnen met transporttarieven en
vervolgens het doorberekenen van de energieprijsinflatie naar
eindverbruikers. Maar dit kan tot op zekere hoogte, letterlijk
qua prijzen, want vraagstagnatie dreigt. Wie heeft 5 euro over
voor een brood of een kop koffie op een terras? Of kan het nog
betalen? Ondernemers die dan vervolgens armer worden door
omzetverlies en door de energieprijzen.
Hier kan de wal het schip keren, ik bedoel dat tot dit moment de
economie van de meeste Westerse landen, China en Japan blijft
groeien in combinatie met die hyperinflatie. Vooral de
energieprijzen leiden nu tot grote bestedingsarmoede bij lage- en
middeninkomens d.w.z. dat na aftrek van vaste lasten zoals de ook
al hoge woonkosten, de bestedingsruimte in deze inkomensgroepen
steeds verder afneemt en dan ook nog geconfronteerd met toegenomen
consumentenprijzen algemeen. Kortom de vraag van consumenten staat
onder druk, zodat een combinatie van stagnatie en inflatie ontstaat.
Echter de stagnatie van de consumptieve vraag nu is een gevolg van
de grote inflatie, een groot verschil met de jaren ’70 toen de
consumentenvraag al stagneerde vóor de inflatie.
Kortom de vraag van consumenten
staat onder druk
De Bankschroef
(zie artikel in Nieuwsbrief 164).
In reactie op de crisis van 2008 gingen centrale banken slechte
leningen van landen, banken en bedrijven opkopen zodat er extra
geld in de economie terechtkwam. Als bekend werden renten absurd
laag gesteld, zelfs onder nul procent zodat je kon verdienen op
schulden en rente moest betalen op spaartegoeden. Lenen ook door
overheden werd gestimuleerd. Dit beleid van kwantitatieve
verruiming van de geldhoeveelheid werd gevoed door angst voor
deflatie, die zoals eerder in dit artikel opgemerkt, zal voorkomen
in een grote depressie. Centrale banken moesten dus inflatie
bevorderen met als streefgetal 2 %.
Maar toen de inflatiegolf begon, hebben diezelfde centrale banken
bijgedragen aan de inflatie omdat ze veel te traag reageerden met
het verhogen van renten en het afbouwen van dat opkoopbeleid. Omdat
veel burgers en bedrijven te maken krijgen met een steeds krapper
te besteden budget, zal de vraag naar leningen vanzelf afnemen. Dat
bovendien binnenkort de bestedingsruimte van veel burgers verder
wordt beperkt door stijgende hypotheekrenten. En dat de
bestedingsruimte van jonge starters op de woningmarkt meteen wordt
beperkt door hoge woonkosten, iets waar oudere huurders of kopers
minder last van hebben. Steeds meer mensen in de lage
inkomensgroepen worden zo snel overvallen door vooral de
energieprijscrisis, dat ze onder hun bestedingsgrenzen direct een
schuld oplopen. Datzelfde geldt voor ondernemers die hun
energierekening niet meer kunnen betalen. Zo neemt- noodgedwongen -
de vraag naar leningen weer toe.
De overheid terug van weggeweest..
Nu zitten neoliberalen in het defensief met hun stokpaardje dat de
overheid zich niet of zo min mogelijk moet bemoeien met de economie.
Scherper vertaald als laat bedrijven en banken over aan de werking
van hunzelf en laat de rijken vrij zodat ze gaan investeren wat weer
werk en inkomen oplevert. De beruchte Triggle Down Theory dat op
die manier rijkdom van boven naar beneden sijpelt. Deze theorie is
allang weerlegd door economische feiten: de rijken investeren veel
minder dan dat ze nog meer beleggen! Als op dit moment de overheid
ook in de USA niet zou ingrijpen met toeslagen, verhoging van de
laagste inkomens en ondersteuning voor ondernemers die in de knel
zitten, dan zouden we op dit moment een economische crisis hebben
die velen financieel had geruïneerd, behalve de rijken.
Triggle Down Theory, rijkdom sijpelt naar beneden
Maar overheden komen door de inflatie en de energiecrisis, vooral
mogelijk gemaakt door Putin, ook in een spagaat terecht net als de
centrale banken. Doe je niets, dan verergert de situatie, zodat de
banken zelf inflatie versterken maar als centrale banken iets doen,
zoals renteverhoging, dan remmen zij de economie. Bij de overheid
ziet het spagaat er anders uit: doen zij niets dan stort de economie
in en doen zij wel iets, zoals we kennen aan pakketten van
ondersteuningsmaatregelen voor bepaalde burgers en bedrijven, dan
moet de overheid en forse greep in de staatskas doen, of indien geen
saldo, extra staatsleningen aangaan tegen toenemende rentetarieven.
Als beleggers hun vertrouwen verliezen in het functioneren van
bepaalde landen zoals Italië en nu ook Het Verenigd Koningrijk, zal
de rente op hun staatsleningen extra toenemen als een risicopremie.
Dat zet de bestedingsruimte van overheden onder druk en vergroot de
kans op economische crisis.
Staatsschulden
Voor Nederland valt de situatie mee. De omvang van de economie zal
eind dit jaar zo’n 930 miljard euro zijn. Mede daardoor is de
relatieve staatsschuld afgenomen tot minder dan 48 % van het BBP. Zou
je 10 % extra staatsschuld opnemen voor beleid, dan kan de regering
93 miljard vrijmaken. Iets dat ik ze overigens niet zal aanraden. In
veel van de ontwikkelde landen is hun staatschuld wel een probleem,
zie Italië met een staatschuld van 160 % van BBP. Als deze landen meer
rente moeten betalen op die staatsleningen wegens extra economische
risico’s, dan kunnen die leningen een groot probleem worden zoals ik
heb begrepen uit de indrukwekkende studie van Reinhart en Rogoff
(zie artikel Nieuwsbrief 150). En moet de Europese Centrale Bank
opnieuw ingrijpen om deze landen te redden.
Ondanks de Coronacrisis, de klimaatcrisis en de Inflatiecrisis zijn de
financiële markten niet in crisis. Er vindt wel een gestage maar vrij
onopvallende afname plaats van beurskoersen zoals Wall Street en in
Nederland de AEX. De top 10 van rijken die ik regelmatig publiceerde,
is wat armer geworden, Jeff Bezos bezit nu slechts 134 miljard...
Onrust op financiële markten neemt toe met meer onzekerheid. Wat gaat
de nogal rechtse Meloni doen met haar kabinet? Of ‘Dizzy Lizzy’,
premier van Engeland die heilig gelooft in een Trickle Down beleid,
belastingverlaging voor de rijken en te financieren door extra
staatsleningen. In éen zin : te krankzinnig voor woorden! Ook volgens
het Internationaal Monetair Fonds.
'Dizzy Lizzy' gelooft heilig in Trickle Down
Een vermoeden
Het is duidelijk dat overheden veel geld beschikbaar moeten hebben om
een economische crisis te voorkomen of verminderen tot een recessie.
Een recessie in combinatie met hyperinflatie, zoals stagnatie in de
jaren ’70 in combinatie met inflatie. De wereldeconomie kan wel
ernstig bedreigd worden door die Trickle Down praktijk van 40 jaar
neoliberaal beleid. Rond het jaar 2000 viel het me door onderzoek al
op dat rijken steeds meer beleggen dan investeren. Bedrijven die hun
eigen aandelen opkopen om de koers op te drijven. Of bedrijven die
zich meer met beleggen bezighielden dan met de voortgang van
productie door investeren en innovatie.
Omdat de rijken meer beleggen dan investeren en als zij gratis geld
krijgen van een neoliberaal warhoofd nog meer beleggen dan is het niet
moeilijk in te zien hoe financiële bubbels ontstaan. Als regeringen
van bepaalde landen weigeren om die enorme vermogensberg meer te
belasten om zodoende genoeg geld binnen te halen voor anti
crisisbeleid zonder extra staatsschulden dan voorzie ik toch een grote
economische wereldcrisis, veroorzaakt door de toenemende kloof tussen
rijk en arm, tussen vermogensbezitters en degenen met enkel inkomen
uit werk of ondernemen.
Ter afsluiting: In de jaren ’70 was het toptarief voor hogen inkomens
(boven een ton) zo’n 70 %, ook in de USA. Idem was de belasting op
vermogens en winsten veel hoger dan na 1980. De kiezer moet om te
beginnen begrijpen en willen kiezen voor een eind aan de plutocratie!
ingezonden mededeling
Week van de Toegankelijkheid
De Stichting Ogen en Oren tekort zet zich in voor mensen met een zintuigelijke
beperking.
Tijdens de week van de toegankelijkheid is er een speciaal aanbod wandelingen
waaraan u deel kunt nemen, mede dankzij Rotterdam Onbeperkt van de gemeente
Rotterdam.
Op 4 momenten in die week wordt er een gratis stadswandeling aangeboden.
Er is keus uit de volgende wandelingen:
Closed eyes tour ‘Het nieuwe hart van Rotterdam‘
• Woensdag 5 oktober om 11.30 uur
• Donderdag 6 oktober om 11.30 uur
Hands-on tour ‘Stromend Rotterdam‘
• Vrijdag 7 oktober om 11.00 uur
• Zaterdag 8 oktober 11.00 uur
Per wandeling is er plek voor 10 deelnemers. Voor meer
informatie en aanmelding, klik op een van de buttons hieronder.
Trompenburg Tuinen en Arboretum anders bekeken
Vanaf 1 oktober is er een nieuwe rondleiding:
Na een fikse voorbereiding is het dan zover en gaan ook in
Trompenburg Tuinen en Arboretum de entree, de paden, bruggetjes
en natuurlijk de unieke wereldwijde collectie aan bomen en
planten (nog) wijder open: toegankelijk voor iedereen!
De twee – zelf slechtziende – gidsen, Mariëtte van Halderen
en Joan Titarsolej geven op 7 en 8 oktober, tussen 11.30 en
13.00 uur een rondleiding voor blinden en slechtzienden, hun
begeleiders en andere belangstellenden.
Een botanisch wereldreisje , waarbij we kennismaken met de bekende
pronkstukken van Trompenburg, maar ook de nog onbekende ontdekken.
We maken een zintuigelijke ervaringswandeling: naast kijken zullen
vooral voelen, ruiken en horen voor een intense beleving zorgen en
een onvergetelijke indruk maken.
Zin om op deze unieke manier Trompenburg – in prachtige herfsttooi –
te leren kennen?
Kom dan op vrijdag 7 of zaterdag 8 oktober naar de Honingerdijk in Rotterdam.
Aantal deelnemers: max. 10 incl. begeleiders
Aanmelden kan vanaf 12 september via onderstaande link:
Goede raad voor armoede wethouder Enes Yigit
Zaterdagavond 1 oktober was er een inspirerende avond, onder de
titel "Goede raad" in verhalenhuis Belvédère op Katendrecht.
De organisatie was in handen van Vanessa Umboh van "Stem zonder
gezicht" en Mieke Zagt van de "Rotterdamse Armoedebestrijdings Beweging". Op
acht tafels van Belvédèdere stonden de borden, het bestek en de
glazen al klaar. Wat leek op een avondje uit eten, zou een zeer
werkzame avond worden. Met veel denkwerk en positief
brainstormen. De papieren tafellakens lagen al klaar om te
worden beschreven met goede ideeën.
Voordat het eten begon met een eenvoudige, maar wel heel
heerlijk maal, waar Belvédère om bekend staat, vertelde de
avondvoorzitter hoe de avond zou verlopen. Het was Michiel Grauss,
de eerste wethouder van armoede vanaf 2018, sinds kort
opgevolgd door Enes Yigit.
De nieuwe vrouwelijke Ombudsman Marianne van den Anker bracht
met pit naar voren, hoe zij haar taak in de Gemeente Rotterdam
wil gaan vorm geven. Strijdend voor de Rotterdammers die in
problemen komen en strijdend tegen de systeemwereld, waar de
politiek in verzeild is geraakt.
Aan alle tafels zaten zeven mensen, waarvan één de gespreksleider
was. Meteen na het opdienen van de schalen, begon de discussie.
Het ging niet zozeer om de problemen naar voren te brengen, die
zijn overduidelijk, als je bijvoorbeeld kijkt naar hoe de
belastingdienst met de toeslagen voor kinderopvang is omgegaan.
Het ging om het zoeken naar oplossingen, naar hoe mensen uit de
problemen kunnen komen en dat er een ommekeer komt, zodat
de Rotterdammer bestaanszekerheid krijgt. Dat er geen
foute bejegening meer is en de menselijke maat de norm wordt,
in plaats van elke keer een nieuw formulier of een app.
Er is heel veel opgeschreven, wat vervolgens werd gefotagrafeerd
of ingebracht in een tablet. Een aantal punten werd door een
vertegenwoordiger van elke tafel, later op de avond, naar voren
gebracht. Er wordt een rapport opgesteld en voordat de nieuwe
wethouder van arbeid zijn plannen af heeft, wordt deze "Goede
raad" aan hem aangeboden.
Dit initiatief van Stem zonder gezicht en de Rotterdamse Armoedebestrijdings Beweging vraagt om herhaling.