De kloof door Tjeerd de Boer
Over werken
Piketty toonde in zijn bestseller ‘Capital ‘aan dat werken loont
niet, maar beleggen wel. In de USA en EU namen de lonen sinds de
jaren ’80 in geringe mate toe voor de middenklassen en relatieve
afname voor de laagste inkomensklassen Maar voor top 10 % inkomens
zag het plaatje er veel beter uit in deze gebieden. In opkomende
landen als China was sinds de jaren ’80 wel forse toename van
lonen te zien, corresponderend met de groei van de middenklassen.
Maar voor veel werkenden is de situatie veel erger dan Piketty
aanduidde: waarom moeten velen steeds harder werken voor steeds
minder inkomen? Waarom ervaren veel mensen weinig van de toename
van het BBP in hun portemonnee en ervaren zij een fantoomgroei,
zoals Sander Heyne en Hendrik Noten willen aantonen in hun
onderzoek (2020).
Een eerste indicatie voor fantoomgroei is de Arbeids Inkomens
Quote (AIQ) die de verhouding weergeeft tussen de loonsom en de
totale winsten in het BBP. Eind jaren ’70 was de AIQ hoog met 86 %,
thans is deze met 72 % vrij laag. Om de AIQ duidelijker te maken:
het BBP van Nederland is nu ongeveer 850 miljard euro, 86 % daarvan
731 miljard. Maar de werknemers moeten het nu doen met 72 % loonsom
in het BBP= 612 miljard. In totaal is 119 miljard ten gunste van
winstinkomens terechtgekomen, gevolg van politieke keuzen na 1980.
Waarom moeten velen steeds harder werken voor steeds
minder inkomen?
De Amerikaanse Rand Corporation berekende dat sinds 1980 $47.000
miljard is overgeheveld van de lage- en middeninkomens naar de
rijkste top 10 % in de USA. Het IMF berekende over diezelfde periode
een belastingontduiking door de rijken t.w.v. $35.000 miljard.
Waarschijnlijk is dit bedrag veel hoger…Ook een gevolg van politieke
keuzen.
Over ondernemen
In het vorige artikel schreef ik over de gouden tijd voor veel
werknemers, met name in concerns, in de economische groeitijd tussen
1945-1975. Veel concerns betaalden goede lonen maar regelden ook tal
van voorzieningen zoals pensioenen. In het algemeen gold dat
ondernemingen in dienst van de economie en maatschappij moesten zijn.
In jargon werd dit de stakeholdersbenadering genoemd of wel dat een
ondernemingen te maken had met diverse belanghebbenden, zoals
werknemers en hun vakbonden, leveranciers en afnemers, omwonenden,
milieubewegingen en (lokale) politiek.
Eind jaren ’70 publiceerde de commissie Wagner een open brief in de
NRC met een aanklacht tegen het ondernemers onvriendelijke klimaat
in die jaren, vertegenwoordigd door kabinet den Uyl. Het roer moest
om, intussen kennen we de omslag in politieke keuzen naar het
neoliberalisme. Geheel conform het advies van Milton Friedman werd
gehoor gegeven aan zijn advies van Lets Business Free to Govern the
World. Privatisering + Deregulering + Globalisering= Welvaart en Werk.
$47.000
miljard is overgeheveld van de lage- en middeninkomens naar de
rijkste top 10 %
Maar ook werd gehoor gegeven aan het geloof van laat de rijken vrij
zodat hun vermogen via investeringen te goede komen aan economie en
maatschappij. Ook lage inkomens zouden profiteren van de nieuwe
bedrijvigheid die het neoliberalisme mogelijk zou maken. De
belangrijkste omslag voor bedrijven was de verschuiving van
stakeholders model naar shareholders model of wel alle waarden die
bedrijven produceren moeten ten goede komen van de aandeelhouders.
Algehele loonstagnatie
In 1982 kwamen de FNV en werkgeversorganisaties VNO/NVW in Wassenaar
tot een accoord waarbij loonmatiging in ruil voor werkduurverkorting
om de massawerkloosheid tegen te gaan. Toch werd loonmatiging niet de
belangrijkste reden van algehele loonstagnatie. In de jaren ’80 begon
de overgang van industriële werkgelegenheid naar banen in
dienstensectoren. Lonen in de industrie konden relatief hoog zijn
omdat de arbeidsproductiviteit in fabrieken hoog was dankzij machines
en automatisering. In veel dienstensectoren zoals de horeca of
onderwijs is niet zo’n grote efficiencywinst haalbaar zodat
loonstijging door toegenomen arbeidsproductiviteit niet waarschijnlijk
is. Maar algehele loonstagnatie werd ook veroorzaakt door het
wegvallen van vaste banen met goede lonen naar een forse toename van
flexibanen. In Nederland heeft 40 % van de werknemers een flexibaan,
bijna de helft verdient nauwelijks meer dan het minimuminkomen. Een
derde beruchte factor die tot stagnatie van netto lonen zou leiden
was de nog steeds hoge belasting op inkomen uit werk in vergelijk met
winst- en vermogensbelastingen. Het neoliberalisme zorgde inderdaad
voor een omslag van werknemers vriendelijk klimaat naar
ondernemersvriendelijk. Of gaat het nog verder, bijvoorbeeld
vermogensvriendelijkheid?
Werknemers in een wurggreep
De stagnatie van lage- en middeninkomens en een kaalslag in sociale
zekerheidsregelingen hadden een veel gevaarlijker gevolg, namelijk
systematische toename van particuliere schulden. Voor een deel te
verklaren door voortgaand consumentisme, we willen veel hebben en
graag direct. We willen niet achterblijven qua mode en bezittingen
in vergelijk met de buren van dezelfde klasse. Dagelijkse
reclameterreur moet begeerten levend houden zoals Galbraith ooit
inzag (1967): production creates the wants it needs to satisfy. Ofwel
de bewerking van de consument tot nieuwe aankopen.
Consumentisme is echter niet de enige verklaring voor toegenomen
particuliere schulden. Uiteraard is een gemakkelijke kredietverlening
een ook voor de hand liggende verklaring. Maar stagnatie van
besteedbare inkomens zorgde ervoor dat steeds meer huishoudens niet
rond kunnen komen na betaling van toenemende vaste lasten en kosten
voor huishouding, inclusief medische kosten. Hun inkomen is te laag
om zonder leningen bepaalde zaken aan te schaffen of beter, te kunnen
sparen alvorens te kopen. In Nederland is de omvang van particuliere
schulden thans eur 775 miljard, exclusief hypotheekschulden! En omdat
geld lenen geld kost, gaan de aflossingen ten koste van het netto
besteedbaar inkomen. Tenslotte namen de woonkosten toe, zowel voor
kopers als huurders, waardoor het netto besteedbaar inkomen van lage-
en middeninkomens nog verder afnam.
Laat de beleggers vrij
De omslag van bedrijven in het belang van de economie en maatschappij
naar het aandeelhoudersmodel heeft grote consequenties gehad voor
werknemers. Om aandeelhouders tevreden te stellen moesten bedrijven
overschakelen op ‘mean and lean’ productie of wel zoveel mogelijk
‘kasstromen’ produceren met zo weinig mogelijk mensen en middelen.
Vooral als een bedrijf werd gekocht door de beruchte hedgefondsen,
zoals de HEMA. Door dit aandeelhouders kapitalisme werd zoveel
mogelijk bezuinigd op personeelskosten, met name door uitbesteding,
en namen de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling ook vaak af in
veel bedrijven. Slachtoffer van de winst op korte termijn visie,
waarvan de waarde van een bedrijf op de beurs afhing.
In Nederland is de omvang van particuliere
schulden thans eur 775 miljard.
Zo’n 20 jaar geleden ontdekte ik dat het investeringsvolume door
bedrijven afnam terwijl door de vorige huizenprijsbubbel veel mensen
de ‘overwaarde’ van hun huis opnamen waardoor met name in Amerika de
consumptiequote een recordhoogte bereikte (70 % van het BBP, in
industrielanden is 60 % gewoon). Reden was dat steeds meer bedrijven
investeerden in beleggingen. Het opkopen van eigen aandelen om de
koers op te drijven. En aangezien managers ook beloond worden met
opties op eigen aandelen, hebben zij dezelfde belangen als alle
overige beleggers.
Beleggen werd Big Business for Business, niet alleen voor financiële
instellingen maar ook voor gewone bedrijven. Neem de woningmarkt:
huizenprijzen zijn weer hoog omdat de vraag groter is dan het aanbod.
Maar die vraag werd vergroot door beleggers op de woningmarkt
waardoor een nieuwe huizenprijsbubbel ontstond. Aldus nam de omvang
van hypotheekschulden toe tot 712 miljard euro (= 84 % van BBP).
Zodoende nam het besteedbaar inkomen van veel huishoudens verder af,
zeker nu de hypotheekrenten weer toenemen. Voor ouderen is een
koophuis wel een bron van vermogensvorming geworden. Maar wat
vermogen is geworden, is ook prijsinflatie die voor de nieuwkomers
op de woningmarkt funest is. Veel werkenden kunnen zich geen koophuis
meer veroorloven. Omdat de woningmarkt voor een deel een
beleggersmarkt werd.
Een beleggerswalhalla
Steeds meer mensen moeten harder werken voor steeds minder geld.
Omdat velen niet kunnen rondkomen, neemt het aantal particuliere
schulden toe. Daarbovenop de steeds toenemende kosten voor wonen als
gevolg -deels -door speculanten op de woningmarkt. Maar beleggen loont
d.m.v. secutirisatie, of wel het bundelen van allerlei schulden en
omvormen tot financiële producten. Zo kan je van water wijn maken
a.h.w. Sinds de crisis van 2008 nam de totale hoeveelheid schulden toe
van 240 % van het wereld BBP (toen $80.000 miljard) naar 320 % nu bij
een wereld BBP van $95.000 miljard. De omvang van het wereldwijde
beleggerswalhalla echter is een factor 20 t.o.v. de omvang van de
wereldeconomie, dus de geschatte totale waarde van alle
beleggingsproducten (in jargon geldhoeveelheid M3).
De woningmarkt werd een beleggersmarkt.
Maar dat beleggen altijd meer oplevert dan inkomen uit werk is een
utopie. Ik zag op TV een jongere die terecht ontevreden was over zijn
inkomen als koerier. Omdat toch wat extra te verdienen had hij belegd
in bitcoins, toen nog $66.000 waard. Op dit moment nauwelijks $20.000.
Om die reden zullen de meeste mensen het dan maar houden bij hun
inkomen uit werk of bedrijfswinst omdat zij geen zin hebben om
risico’s te lopen binnen het casinokapitalisme.
Genoemde problematiek van stagnerende looninkomens en
bestedingsproblemen worden enorm versterkt door de hyperinflatie sinds
2020. De politiek moet hier structureel ingrijpen omdat om te beginnen
het minimumloon (10 euro) te laag is om ervan rond te komen.
Oplapmiddelen zoals eenmalige toeslagen helpen niet echt op termijn.
Daarom MOET HET MINIMUMLOON NAAR 14 EURO PER UUR, en daaraan gekoppeld
de verhoging van de AOW en de bijstandsuitkeringen!
Het is niet de bedoeling dat steeds meer mensen hard moeten werken
zonder vooruitgang van welvaart om de beleggers dankzij extra schulden
nog rijker te maken.
Vanessa Umboh pleit voor een nieuwe aanpak van armoede
Interview is oorspronkelijk gepubliceerd op 3 februari
2022 en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij
Zomerherhalingen. (De Rotterdamse Sociale Alliantie kreeg toestemming van Vanessa
Umboh voor overname van het interview.)
“Armoede ligt niet aan de mensen, het ligt aan het systeem”
Vanessa Umboh (1978) groeide op in een liefdevol en warm
nest. Haar ouders omschrijft ze als voorspelbaar en
consequent. “Ondanks dat zij hun eigen ideeën en
verwachtingen hadden over hoe mijn leven er zou moeten
uitzien, stelden ze zich als begeleiders van mijn ziel op.
Ze boden me alle ruimte om keuzes te maken die bij mij
pasten, bij mijn wensen en de wensen van mijn hart. Mijn
moeder wist dat dit mij ten diepste gelukkig zou maken.”
Mede door deze opvoeding zet Vanessa zich sinds 2016 via
Stem zonder Gezicht in voor tienduizenden kwetsbare
kinderen in Rotterdam. Journalist Jasper van den Bovenkamp
tekende Vanessa’s verhaal op in het boek Moeder van 40.000
kinderen.
Wat drijft je in je missie om kinderen via Stem zonder
Gezicht weer mee te laten doen?
“In de hulpverlening leerde ik dat de vele problemen van
mijn cliënten, die ik behoorde op te lossen, één op één
verband hielden met een leven in armoede. Ik zag veel
kinderen die ervan overtuigd waren dat ze niks waard waren.
Ze kampten met een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen.
Hun innerlijke stem zei dat de ellende allemaal hun eigen
schuld was en dat het nooit wat met ze zou worden. Ik zag
kinderen die vol somberheid of depressiviteit uit de
startblokken van hun leven gingen. Ze waren erg naar binnen
gekeerd. Sommigen kozen voor het criminele pad, omdat ze
zichzelf wilden voorzien in hun primaire menselijke
behoefte, namelijk: eten. Ik zag kinderen verlangend naar
liefde, betrokkenheid en oordeelloosheid. Kinderen die het
alleen niet meer durfden toelaten, omdat de wereld waarin
ze opgroeiden hun impliciet al had verteld dat dit niet voor
hen was weggelegd: ze waren nooit uitgenodigd voor
speelafspraakjes en kinderfeestjes.
“Er is een soort berusting ontstaan als het gaat over
armoede. ‘Het is er nu eenmaal.’ Maar het ís niet normaal”
Er is een soort berusting ontstaan als het gaat over armoede.
‘Het is er nu eenmaal.’ Maar het ís niet normaal. Iedere
burger in Nederland heeft dezelfde rechten. En toch worden de
rechten van al die honderdduizenden kinderen onder de
armoedegrens dagelijks geschonden. Met alle gevolgen van dien.
Stress, verwaarlozing, mishandeling, misbruik,
vechtscheidingen van hun ouders, trauma, noem maar op. Nelson
Mandela zei over het oplossen van armoede: “Overcoming poverty
is not a gesture of charity, it is an act of justice. It is
the protection of a fundamental human right, the right to
dignity and a decent life”
Ik realiseerde me dat we veel leed, trauma en een hele berg
(medische) zorg kunnen voorkomen, wanneer we ervoor zorgen dat
al deze kinderen in de basis recht wordt gedaan. En met recht
bedoel ik heel basaal: dat ze voldoende en gezond kunnen eten
en dat ze een gezonde woonomgeving hebben. Kortom, dat de
ouders over voldoende middelen beschikken om hun kinderen in
deze basisbehoeften te voorzien.
Het is helaas schrijnend duidelijk geworden dat we het niet
meer van de overheid moeten verwachten. Ze maakt ons volledig
verantwoordelijk voor ons eigen succes – en dus ook voor ons
falen, terwijl beide factoren voor een goed groot deel buiten
onze macht liggen. En kijk ondertussen naar wat een puinhoop
‘Den Haag’ er zelf van maakt.
Ik moet hier nooit te lang over nadenken, want dan word ik
furieus. Ik besloot een andere route te kiezen. Een pleidooi
voor meer liefde, compassie en medemenselijkheid. Wij zijn de
samenleving en wanneer we betrokken gericht zijn op en
verantwoordelijkheid dragen voor elkaar, zijn we ook niet meer
zo kwetsbaar en onmachtig wanneer de staat er een puinhoop van
maakt.”
Wat kunnen we als samenleving doen tegen armoede of staan we
als mensen machteloos tegenover het systeem?
“Het begint bij jezelf inleven, jezelf verdiepen in wat het
voor medemensen betekent om in armoede te moeten overleven.
Vervolgens kun je het gesprek aangaan, door op een ‘gezonde’
manier nieuwsgierig te zijn. Ik bedoel: vanuit echte
betrokkenheid. Van dit gesprek kun je leren wat het met
ouders doet om hun kinderen met een lege maag naar bed te
moeten sturen. Het kan bijna niet anders, of deze ellende,
dit onmenselijke, dit onrecht raakt je. Dat is belangrijk.
Misschien word je boos, of verdrietig, of allebei. Dat is
uitstekende brandstof om iets te gaan doen. Hopelijk voel
je je geroepen en bied je hulp aan. Dat kan van alles zijn.
Het is prima om klein te beginnen. Een luisterend oor,
begrip tonen of een klein gebaar maken kunnen in donkere
dagen al een wereld van verschil maken.
Zelf werd ik ook boos, en ik kan het nog steeds worden. Ik
begon de kennis die ik vergaarde te delen. Daarmee maakte
ik ook anderen bewust van de gigantische weeffouten in ons
systeem. Het systeem waarvan we allemaal afhankelijk zijn
en dat je goedgezind is zolang je leven voorspoedig
verloopt, maar dat je vermorzelt als je eenmaal aan de
verkeerde kant belandt. Het systeem dat van ons vraagt dat
we naar zijn pijpen dansen.
Kun je het tempo niet meer aan, dan raak je in een burn-out,
vervolgens depressief, ten slotte in een scheiding. Je kunt
de hypotheek niet in je eentje betalen, dus je verhuist naar
een huurwoning. Omdat je voor drie jonge kinderen moet
zorgen kun je maar beperkt werken. Steeds vaker kom je aan
het eind van de maand geld tekort. Je maakt op een gegeven
moment de energierekeningen niet meer open. Er komt een
deurwaarder. Er volgt een dwangsom. Je slaat af en toe een
maaltijd over zodat je kinderen ten minste kunnen eten. De
schoenen van je kinderen zijn versleten, maar er is geen
geld voor nieuwe. Je schaamt je en sluit je af voor sociale
contacten. Je hebt stress. Je kunt niet meer goed nadenken
enzovoorts.
Het kapitalisme en neoliberalisme van Rutte en co stellen
hoge eisen aan ons mensen. We moeten presteren, presteren,
presteren. Tienduizenden baby’s hebben echter de pech dat
hun wieg niet op de goeie plek staat. Ze maken een valse
start, omdat ze niet over de juiste middelen beschikken om
mee te komen. En toch moeten ze. Je voelt wel: dat komt
niet goed. Zodra het ontspoort, sommige – kinderen kiezen
het criminele circuit zodat ze de vaste lasten van hun
ouders kunnen betalen, – staat de overheid klaar om te
victim te blamen en vervolgens achter de tralies te
stoppen. Het klinkt allemaal ongeloofwaardig, maar het
gebeurt. Ik ken deze verhalen uit mijn eigen omgeving, ze
staan ook in ons boek.
Door mensen te laten zien hoe de leefwereld van mensen in
armoede eruitziet, en hoe er een totale mismatch is met
de systeemwereld waarin overheidsinstanties werken, vond
ik medestanders. Dat hielp mij het onrecht te agenderen
bij de organisaties die verantwoordelijk zijn voor de
instandhouding ervan. Gemeentelijke overheden
bijvoorbeeld. Ze hebben een behoorlijk verkokerde blik en
lang niet altijd de intentie mensen werkelijk te helpen.
Voor elk levensgebied en elke sub-behoefte is een apart
loket. Maar je raadt het al: die loketten communiceren
niet met elkaar. Gevolg: je wordt van het kastje naar de
muur gestuurd. Daar komt ook bij: niet zelden is de
houding van de persoon achter het loket naar mensen in
armoede ‘eigen schuld dikke bult’.
Ambtenaren erkennen het probleem, maar maken zich er
vanaf met een ‘zo werkt dit nu eenmaal’. Voor mij is dit
geen definitief antwoord. Waarom moeten mensen dagelijks
gebukt gaan onder de ellende van armoede omdat zij of wij
dingen niet logisch en menswaardig regelen? Dat kan, mag
en moet niet het probleem van mensen in armoede zijn. Ik
pik dat niet meer. En steeds meer mensen met mij niet.
Samen kunnen we zoveel meer dan alleen.”
Je pleit voor een holistische oplossing, hoe ziet die er
concreet uit?
“Wat mij betreft ligt de oplossing in een nieuw systeem.
Een systeem dat de meest kwetsbaren onder ons – onze
kinderen – in al hun rechten en behoeftes dient, want dan
dient dit systeem ons allemaal, ook alle andere kwetsbare
mensen die nu buiten de boot vallen. Een systeem dus dat
de mens en haar haar behoeftes centraal stelt. Een
systeem dat zo georganiseerd dat het ons dient in
basisveiligheid en bestaanszekerheid. Een systeem dat
iedereen in staat stelt zichzelf in de basisbehoeften te
voorzien.”
Je koos om te leven in armoede, zo lezen we in het
voorwoord. Waarom?
“Ik leefde al een half jaar van 28 euro toen ik voor mijn
levensmissie koos. Ik dacht: wanneer ik dit volhoud, dan
houd ik erg veel tijd over om alles op alles te zetten om
de onzin van armoede in onze stad tegen te gaan en voor
onze kinderen op te staan. Het was ook een blijk van
solidariteit: wanneer jij lijdt, lijd ik ook. Soms moet
je offers maken voor impact en daar heb ik uit liefde
voor mijn medemensen voor gekozen.
Door de strijd te leveren vanuit solidariteit ben ik
opgevallen en is dit boek, waarin ik al mijn zorgen,
systeemkritiek en ideeën over hoe het anders kan kwijt
kon, ervan gekomen. Ik hoop heel sterk dat mensen
hierdoor meer zicht krijgen op het causale verband tussen
armoedebestrijding en het wegnemen van leed, trauma’s en
mensonterende situaties waar onze stads- en landgenoten
mee kampen.”
Heeft jouw eigen ervaring met armoede op jouw werk voor
de kinderen veel invloed?
“Met de kennis van nu, besef ik dat ik als hulpverlener
mensen enorm overvraagd heb”
“Naar de kinderen toe niet zozeer maar mijn kijk en
houding ten aanzien van getroffenen wel. Met de kennis
van nu, besef ik dat ik als hulpverlener mensen enorm
overvraagd heb. Ik dacht dat ik met stimulerende,
positieve woorden en een duwtje in de rug mensen in
beweging zou krijgen. Maar nu snap ik het
verlammingseffect en de overlevingsstand waar mensen
in belanden, door de dagelijkse sores. Helder en
proactief denken, dat lukt gewoon niet meer. Maar
precies dat wordt onder de vlag van zelfredzaamheid
wel van mensen verwacht.”
Waarom zouden we het boek van Jasper van den Bovenkamp
over jouw bewogen geschiedenis moeten lezen?
“De reden voor dit boek is voortgekomen uit de wens om
de meest bevoorrechten, de geprivilegieerden zo je wilt,
mee te nemen naar de wereld van overleven in armoede. En
hen te laten zien hoe ongelofelijk complex deze
leefwereld in elkaar steekt. Men doet vaak of je door
een paar simpele dingen anders te doen, de armoede wel
weer kunt ontgroeien. Daarbij hoort ook het oordeel:
lukt het je niet, dan ligt het aan jouzelf. Dat zeggen
mensen op verjaardagsvisite tegen elkaar, maar het is
ook de manier waarop de overheid burgers bejegent. Maar
het ligt niet aan de mensen. Het ligt aan het systeem.
In ons boek maken we inzichtelijk op welke punten ons
systeem faalt. Het voert te ver om dat hier dunnetjes
over te doen. Maar deze paradox is op zich veelzeggend
genoeg: de overheid, die ons dient te beschermen wanneer
we er echt niet uitkomen, is via de Belastingdienst, DUO
en CJIB de grootste schuldenopjager van het land.
Ons sociale vangnet heeft prachtige oplossingen voor
veel mensen in petto, maar voor de meest kwetsbaren ziet
het leven er niettemin weinig rooskleurig uit. Daarvan
geven we in ons boek talloze voorbeelden. Ook tonen we
telkens aan dat de rapporten, statistieken en andere
cijfers over armoede een vertekend beeld geven.
Allereerst omdat die altijd totaal voorbijgaan aan de
daadwerkelijke situatie waarin mensen leven, maar ook
meer feitelijk: ze zijn gebaseerd op inkomensgrenzen. Zo
zorgt 10 euro meer ervoor dat zzp’ers, flexwerkers of
mensen met hoge inkomens maar grote schulden, boven de
inkomensgrens vallen, terwijl ook onder deze groepen
veel armoede voorkomt.
“Armoede is onmenselijk, oneerlijk en allesbehalve
inclusief”
Ik hoop echt dat mensen zich in hun hart laten raken
door ons boek. Dat ze, net al ik, gaan zeggen: dit kan
niet, dit mag niet, dit moet stoppen. Dat ze ook opstaan.
Armoede is onmenselijk, oneerlijk en allesbehalve
inclusief. Voor mij is de werkelijke armoede in onze
samenleving een gebrek aan betrokkenheid en
verantwoordelijkheid voor elkaar. Liefde voor je naasten,
compassie en medemenselijkheid zijn wat mij betreft de
bouwstenen voor een fatsoenlijke, inclusieve samenleving
en dat begint bij hoe wij naar de ander kijken, naar onze
ander.”
Vanessa Umboh en Jasper van den Bovenkamp, Moeder van
40.000 kinderen, Uitgeverij Ten Have, januari 2022.
Kabinetsplan: minder huurtoeslag voor honderdduizenden huishoudens
Persbericht Aedes / VNG / Woonbond - 5 juli 2022
Bijna 300.000 huurders van sociale huurwoningen krijgen meteen minder
huurtoeslag als het voorstel van het kabinet om normhuren in te voeren
doorgaat. Het effect op de lange termijn is nog onduidelijk, dit aantal
kan zelfs oplopen tot 700.000 huishoudens. Juist gezinnen en
alleenstaanden die huurtoeslag ontvangen, kunnen dat geld niet missen
in een tijd waarin velen van hen al in problemen komen door stijgende
prijzen. Woonbond, VNG en Aedes vrezen dat de bestaanszekerheid van meer
huurders onder druk komt te staan en zij verwachten daarmee een groter
beroep op regelingen voor financiële ondersteuning.
Het kabinet heeft voorstellen gedaan om de huurtoeslag aan te passen. De
meest ingrijpende wijziging is om de huurtoeslag voortaan niet meer vast
te stellen op basis van de huur die een huurder daadwerkelijk betaalt,
maar op basis van een zogeheten normhuur. Voor de grootste groep huurders
wordt die normhuur 520 euro. Huurtoeslagontvangers met een hogere huur
gaan er daardoor op achteruit. Via een internetconsultatie kunnen partijen
vanaf vandaag op de voorstellen reageren.
Vrees voor toename betaalbaarheidsproblemen
Woonbond, VNG en Aedes vrezen dat op de lange termijn een half miljoen tot
zo’n 700.000 huishoudens (gezinnen en alleenstaanden) door de voorstellen
minder huurtoeslag ontvangen dan nu. Dat verschil kan variëren van enkele
euro’s tot 100 euro per maand. Het gaat om huurders die in een sociale
huurwoning (komen te) wonen met een huur boven 550 euro. Minder huurtoeslag
maakt het voor hen alleen maar moeilijker om rond te komen in tijden van
stijgende kosten in levensonderhoud. De huurtoeslag is het instrument
waarmee de Rijksoverheid haar verantwoordelijkheid neemt voor betaalbaar
wonen. De invoering van normhuren zet dit zwaar onder druk, stellen Aedes,
VNG en Woonbond.
Effect normhuren op lange termijn onzeker
Onlangs werd met het kabinet (nationale prestatieafspraken) afgesproken dat
de huur van alle bewoners met een inkomen tot 120% van het minimum éénmalig
wordt verlaagd naar 550 euro, zo mogelijk al in 2023. Met deze huurverlaging
vangen woningcorporaties de eerste effecten van de aanpassing van de
huurtoeslag voor een grote groep van hun huurders op. Dat geldt overigens
niet voor huurtoeslagontvangers in de particuliere huursector, waar geen
afspraken gelden over huurverlaging voor sociale huurders.
Het effect op lange termijn is nog niet duidelijk, het voorstel wordt in
consultatie gebracht terwijl de impactanalyse nog niet klaar is. Nieuwe
huurders die in een sociale huurwoning komen met een huurprijs boven 550 euro
gaan voortaan veel minder huurtoeslag krijgen. Dat geldt dus ook voor huurders
die verhuizen. Zodoende kan het aantal huurders dat ermee te maken krijgt
alsnog oplopen tot wel 700.000. Dat effect kunnen woningcorporaties nooit
opvangen, want daarmee komen ook de vorige week ondertekende
prestatieafspraken met het kabinet over gematigd huurbeleid en investeringen
in gevaar.
Geschikt huis voor veel huishoudens nauwelijks nog beschikbaar
Het argument van het kabinet voor normhuren is dat het aan huurders zelf is om
te kiezen voor een beter en duurder huis. Deze keuze bestaat echter alleen op
papier, terwijl het niet gaat om onnodige luxe, maar om bestaanszekerheid. Een
groter gezin heeft voldoende ruimte nodig, ouderen zijn afhankelijk van extra
voorzieningen in de woning. Velen komen niet meer in aanmerking voor de woningen
die bij hun huishouden passen. Normhuren heeft op langere termijn ook tot gevolg
dat huishoudens met de laagste inkomens meer en meer in dezelfde buurten komen te
wonen , terwijl gemengde wijken veel beter zijn voor de leefbaarheid.
Huurtoeslag verbeteren, niet afschaffen
De huurtoeslag wordt algemeen beschouwd als een goed werkende en effectieve
maatregel. Wel vraagt ongeveer 1 op de 10 huurders die er recht op heeft, geen
huurtoeslag aan. En een deel van de huurders krijgt te maken met terugvorderingen of
nabetalingen. Invoeren van normhuren is echter geen oplossing voor deze problemen,
de meeste daarvan worden veroorzaakt door onjuiste inkomensgegevens.
Het voorstel lijkt vooral te zijn ingegeven door de wens om - in het kader van de
toeslagendiscussie - de huurtoeslag op termijn af te schaffen. Dat mag volgens Aedes,
VNG en Woonbond geen doel op zich mag zijn. De prijs voor een eenvoudiger systeem
wordt nu gelegd bij huurders, woningcorporaties en gemeenten. Huurtoeslag moet
gewoon worden vastgesteld op basis van de daadwerkelijke huur van de bewoner.
Marcel Trip / Persvoorlichter Woonbond