Attentie: LCR CONGRES VAN 2 APRIL GAAT NIET DOOR!
Door de nieuwe richtlijnen van de regering over het Convid-19-virus
(beter bekend als 'Corona') mogen bijeenkomsten van meer dan 100
personen niet doorgaan. Daardoor heeft de Landelijke Cliëntenraad
(LCR) moeten besluiten om het landelijk congres op 2 april te
annuleren. Alle mensen die zich hebben ingeschreven, krijgen nog
bericht.
Inmiddels wordt overlegd over een nieuwe datum.
Zodra hierover meer bekend is, wordt iedereen hiervan op de hoogte gesteld.
De genomineerden voor de Cliënt in Beeld-prijs 2020 zijn
bekend!
Met gepaste trots delen wij mee: RoSA! is
genomineerd,
RoSA
Rotterdam. UWV Limburg en Stichting Schuldhulpmaatje/Stichting
Noodfonds Rhenen.Dat zijn de drie
genomineerden voor de Cliënt in Beeld-prijs
2020. De jury is verrast door de bijzonder goede voordrachten
voor het thema 'Mijn bijdrage aan een meer menselijke
dienstverlening'. Inmiddels heeft de jury uit de drie
genomineerden ook een winnaar gekozen. Die wordt bekend gemaakt
op het LCR-congres van ................. in Nieuwegein. Maar... u
heeft ook een stem.
Wie de Publieksprijs wint, dat bepaalt
ú.
Schrijf u in voor het LCR-congres en kies uit een mooie animatie
over de voordrachten de beste kandidaat! Kijk ook naar
andere berichten over de inhoud van de kennissessies op het
LCR-congres.
Position Paper Bijstandsbond Amsterdam:
Ervaringen met de Participatiewet
12-02-2020
van Piet van der Lende,
voorzitter Bijstandbond Amsterdam
Ten behoeve van het ronde tafel gesprek van de vaste Commissie SZW in de Tweede
Kamer op 20 februari 2020.
Wij baseren dit position paper op de spreekuurervaringen van de Bijstandsbond.
We hebben een inloopspreekuur in Amsterdam, waar wekelijks 20 tot 30 mensen komen,
maar er bellen en mailen ook mensen uit andere delen van het land. De Bijstandsbond
is een basisorganisatie van en door bijstandsgerechtigden en andere mensen met een
uitkering, waarbij wij in ons spreekuur en bij belangenbehartiging handelen vanuit
het perspectief van de mensen die het betreft.
De Participatiewet is de strengste bijstandswet ooit: sollicitatieplicht,
huisbezoeken, tegenprestaties, het verplicht volgen van een re-integratietraject,
werken met behoud van uitkering, sancties en nauwelijks ruimte om bij te verdienen.
De wet is ingewikkeld, omdat het principe geldt dat steeds als je elders inkomsten
of vermogen verwerft, dit verrekend moet worden met de uitkering, of steeds als je
naar de mening van de overheid kosten bespaart, dit ook verrekend moet worden met
je uitkering. Verder is er de partnertoets die leidt tot diep ingrijpen in het
privéleven van veel bijstandsgerechtigden. Maar het SCP meldt: de wet werkt niet.
De repressiemachine kleineert en helpt mensen eerder in de put dan naar een baan.
De invoering van de Participatiewet ging gepaard met rigoureuze bezuinigingen.
Daardoor wordt door de gemeenten op alles beknibbeld: de uitvoeringsorganisatie,
de bijzondere bijstand, etc. Dat heeft verschillende gevolgen, die we hieronder
uiteenzetten.
Eerst gaan we in op de gevolgen van de ingewikkelde regelgeving en de beknibbeling
op de uitvoeringsorganisatie. Steeds als er belangrijke mutaties zijn, zoals
scheiding van tafel en bed, een echtscheiding of een verhuizing, of inkomen uit een
deeltijdbaan, treden er moeilijkheden op bij de toegang tot de Participatiewet. Er
is vaak een periode, die soms lang duurt, waarin geen bijstandsuitkering wordt
toegekend, terwijl de betrokkene juist in deze periode door de mutatie voor hoge
uitgaven staat. Het duurt vaak zo lang omdat de uitvoeringsorganisatie niet in staat
is om op korte termijn de ingewikkelde regelgeving te interpreteren en toe te passen
op gecompliceerde persoonlijke situaties en de uitvoeringsorganisatie niet de
capaciteiten heeft (kennis, personeel) om alles op een adequate wijze af te handelen.
Het systeem van voorschotten verstrekken werkt niet goed. In de wet staat dat de
gemeenten na 4 weken tot 95% van de norm aan voorschotten kunnen verstrekken, maar in
de praktijk voeren gemeenten dat vaak niet uit, weigeren ze een voorschot of
verstrekken ze maar een klein percentage van de norm. De betrokkene doet dan een
beroep op de omgeving, en krijgt geld van vrienden, bekenden en familieleden om de
tijd door te komen. Dat levert dan weer moeilijkheden op bij de toekenning van de
bijstandsuitkering, of de voortzetting ervan, want de sociale dienst wil bepalen of
die giften geen inkomsten zijn en hoe men in de moeilijke periode aan geld gekomen is.
De sociale dienst stuurt handhavers op pad, terwijl de betrokkene juist in een
moeilijke periode zit, wat veel stress en slapeloze nachten oplevert. Die handhavers
vragen je het hemd van het lijf, waardoor mensen zich in hun privacy aangetast voelen
en onheus bejegend. En er worden bij de beoordeling fouten gemaakt, omdat men er bij
voorbaat van uitgaat dat de betrokkene fraudeert.
De overheid gaat vaak uit van een geïnstitutionaliseerd wantrouwen jegens haar burgers,
wat zich uit in opmerkingen en redeneringen van klantmanagers. Het komt voor dat dan de
uitkering niet wordt toegekend, omdat niet alle gevraagde bewijsstukken zijn ingevoerd.
Of gemeenten melden dat ze op grond van de gegevens niet kunnen bepalen of er recht
bestaat op een uitkering. Veel sociale diensten gaan bureaucratisch-ambtelijk en
gevoelloos met de situatie om, hoewel de betrokkene geen fraude heeft gepleegd.
Hieronder worden enkele van de problemen die voortvloeien uit de combinatie van
bezuinigingen, ingewikkelde strenge wetgeving en een geïnstitutionaliseerd wantrouwen
jegens de burger nader uitgewerkt.
Verdienen naast je uitkering
Sinds enige tijd mogen inkomsten uit werk tot 6 maanden terug verrekend worden met de
bijstandsuitkering. De uitvoering van deze maatregel laat veel te wensen over. Mensen
krijgen geen brief met een berekening die ze kunnen controleren en ze moeten uit de
uitkeringsspecificatie afleiden dat er inkomsten verrekend zijn.
Bijzondere bijstand
De bijzondere bijstand in veel gemeenten is totaal afgeknepen. De tijd is voorbij dat
je voor duurzame gebruiksgoederen, zoals een wasmachine, een koelkast of een
stofzuiger, in bijzondere omstandigheden bijzondere bijstand kon krijgen. De
betalingen aan bewindvoerders en de eigen bijdrage-vergoeding in het kader van
juridische procedures nemen het grootste deel van de bijzondere bijstand in beslag. Er
wordt in veel gemeenten standaard gezegd: u kunt van uw uitkering sparen. Maar dat is
niet waar. Als je spaargeld opbouwt, dan kom je niet meer in aanmerking voor
kwijtschelding van gemeentelijke heffingen en waterschapslasten van tussen de 300 en
400 euro per jaar. Dit bedrag moet je eerst sparen om de heffingen te kunnen betalen.
Pas wat je daarboven spaart, kun je gebruiken om duurzame gebruiksgoederen te kopen.
Kostendelers
De kostendelersnorm verdeelt mensen. Ze kunnen niet meer samenwonen zonder negatieve
gevolgen voor hun inkomen, terwijl ze toch al krap zitten en elkaar nauwelijks nog
kunnen helpen. De overheid neemt zo zelf maatregelen die de zelfredzaamheid en de
participatie die zij zegt na te streven belemmeren. Met name kostendelers die inwonen
bij hun ouders en een kind hebben, terwijl de vader afwezig is, hebben het financieel
erg zwaar. Ze komen niet in aanmerking voor zorgtoeslag en het kind gebonden budget.
De regering wil dit niet veranderen met het argument dat het landelijk om maar 3.000
gevallen gaat. Maar ieder geval is er een teveel, dus dat is een onzinargument.
Onlangs is nog een verslechtering in de kostendelersnorm opgetreden. Eerst was het zo
dat bij bloedverwanten in de tweede graad de kostendelersnorm niet van toepassing was,
bijvoorbeeld bij twee broers waarbij de ene broer voor de andere zorgt. Na een
uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is dat veranderd en geldt de
kostendelersnorm ook voor hen. De kostendelersnorm moet worden afgeschaft. Het stapelen
van uitkeringen, het argument waarmee de kostendelersnorm werd ingevoerd, geldt maar in
een klein aantal gevallen.
Leven beneden het wettelijk sociaal minimum
Uit de bovenstaande beschrijving blijkt dat de Participatiewet in de praktijk moeilijk
toegankelijk is voor velen. Wij denken dat dat tot gevolg heeft dat velen die recht
hebben op bijstand of op een aanvulling deze niet krijgen of pas na een lange periode
en dat daardoor velen leven beneden het wettelijk sociaal minimum (WSM). Volgens cijfers
van het CBS hadden in 2018 in Nederland 526.800 huishoudens een inkomen lager dan 101%
van het WSM. Dat komt overeen met 841.800 personen waarvan 182.100 kinderen. Wij hebben
het CBS gevraagd hoeveel van die huishoudens beneden het wettelijk sociaal minimum
leven en het CBS gaf de volgende cijfers. In Nederland bedroeg het aantal huishoudens in
2018 lager dan 100% van het WSM 399.000. 105.000 huishoudens hadden zelfs een inkomen
lager dan 80% van het WSM. Er kunnen verschillende oorzaken zijn waarom mensen leven
beneden het WSM. Beschikken over een vermogen boven de bijstandsnorm is zo'n oorzaak. In
Amsterdam heeft 38% van de huishoudens met een inkomen minder dan 80% WSM een vermogen
groter dan de bijstandsnorm. In de categorie 80-100% van het WSM heeft 11% een vermogen
boven de bijstandsnorm. Van het totale aantal huishoudens tot 120% van het WSM heeft 17%
een vermogen boven de bijstandsnorm. Ook bij de AOW-ers die geen AIO ontvangen, heeft
een klein percentage een vermogen boven de bijstandsnorm.
Dit is duidelijk niet de hoofdoorzaak waarom mensen leven van een inkomen beneden het WSM.
Wij denken dat bijvoorbeeld veel ZZP-ers zonder vermogen leven beneden het WSM. Een groot
probleem is dat ZZP-ers in sommige gemeenten geen aanvullende bijstand kunnen krijgen.
Sommige gemeenten stellen zich op het standpunt dat je ingeschreven staat bij de Kamer van
Koophandel als ondernemer en dat daarom geen aanvullende bijstand mogelijk is. Als
ondernemer bijstand ontvangen kan in die gemeenten alleen als je gebruik maakt van de
BBZ-regeling of werkzaamheden op bescheiden schaal verricht. In andere gemeenten gaan ze
er soepeler mee om en is aanvullende bijstand wel mogelijk. Groot knelpunt is ook dat
ZZP-ers die aanvullende bijstand krijgen, geen beroepskosten in rekening kunnen brengen.
Wanneer je een IOAZ- of IOAW-uitkering hebt of via de BBZ kan het weer wel. Er is nader
onderzoek nodig naar de oorzaken waarom mensen leven beneden het WSM, bijvoorbeeld een
onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de effectiviteit, efficiency en bereik van de
Participatiewet, zoals met de AOW ook is gebeurd in het rapport "Ouderdomsregelingen
ontleed".
De Participatiewet heeft ook allerlei gevolgen voor de re-integratie en de positie van
arbeidsgehandicapten. Veel arbeidsgehandicapten voelen zich onheus bejegend, omdat er
niets voor hen wordt gedaan om hen bezigheden te geven of aan betaald werk te helpen.
Tienduizenden met een beperking zitten thuis.
De kwaliteit van de re-integratie trajecten is beneden de maat. Bijstandsgerechtigden
moeten dikwijls met behoud van uitkering zeer eenvoudige werkzaamheden verrichten in
werkplaatsen waar ze slecht worden behandeld en zich vernederd voelen. En de
bemiddeling van job-hunters vindt uitsluitend plaats in de richting van flexibele
ongeschoolde banen waar eerst ook weer met behoud van uitkering moet worden gewerkt.
Het zijn standaard disciplineringstrajecten om "werknemersvaardigheden" aan te leren
die alleen maar frustrerend werken. Inhoudelijk houdt het "werk" niets in en er zijn
geen op maat gesneden toeleidingstrajecten met scholing en het aanleren van nieuwe
vaardigheden. De eisen van de werkgevers zijn het uitgangspunt, qua voorwaarden, en
een aanpassing aan de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene vindt niet plaats.
Deze situatie is mede een gevolg van de rigoreuze bezuinigingen op de re-integratie,
die een persoonlijke benadering onmogelijk maken. Maar het is ook een gevolg van de
manier waarop tegen werkloze bijstandsgerechtigden wordt aangekeken. Klantmanagers,
jobhunters en andere bemiddelaars oefenen druk uit op de betrokkene om zich aan te
passen aan omstandigheden en voorwaarden waaraan hij/zij door beperkingen vaak niet
kan voldoen. Vervolgens wordt de schuld bij de betrokkene gelegd, met als gevolg
strafkortingen en onder druk zetten met denigrerende opmerkingen.
De jobcoaches en klantmanagers kunnen vaak niet met uitkeringsgerechtigden omgaan,
ventileren vooroordelen, behandelen hen slecht of treden ontactisch op. Of ze delen
werkzoekenden onterecht in bij de categorie mensen met een beperking. Of ze zijn
welwillend naar de bijstandsgerechtigden toe, maar zijn zelf gedwongen om mee te
draaien in dit systeem. Het is nietszeggend labeltjes plakken. Mensen die op zich
gezond zijn en die te maken krijgen met een disfunctionerende sociale dienst, worden
op een hoop gegooid mensen met een beperking en krijgen daardoor zelf
gezondheidsproblemen, zoals depressies en stress. En mensen met een beperking worden
nog zieker dan ze al zijn.
De eisen van de werkgevers op het gebied van flexibele constructies staan niet ter
discussie. Hen worden geen verwijten gemaakt. De gemeenten hebben geen
beleidsinstrumenten in handen om het personeelsbeleid van werkgevers te beïnvloeden.
Het is bijzonder schrijnend in deze maatschappij dat mensen met een beperking tussen
twee vuren zitten bij hun zoektocht naar aangepast werk. Zoals gezegd, aan de ene
kant zijn er de werkgevers die mensen niet in dienst nemen en geen rekening met de
beperkingen wensen te houden, omdat ze alleen veel producerende werknemers aannemen
waarmee ze flink geld kunnen verdienen. Aangepast werk is bijna niet te vinden, en de
wanhopige sollicitanten worden niet aangenomen of vallen uit door alle problemen op
de arbeidsplaats. Aan de andere kant zijn er de sociale diensten die erop inzet om
zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen, zonder resultaat. De sociale diensten
zetten bijstandsgerechtigden met een beperking onder druk door te dreigen met
strafkortingen. Ze moeten solliciteren naar banen die er voor mensen met een
beperking niet zijn, zodat die mensen terechtkomen in moeilijke situaties.
Er zijn veel projecten in het land om werkzoekenden aan werk te helpen. Werkgevers
maken afspraken met vakbonden, gemeenten en de rijksoverheid over het aan werk helpen
van arbeidsgehandicapten of mensen met een beperking. Wat zijn er de gevolgen van dat
het personeelsbeleid van de werkgevers in feite niet is te beïnvloeden? Werkgevers
nemen de krenten uit de pap voor een vast contract. Ze nemen bijvoorbeeld geen mensen
aan met een psychische handicap, maar wel iemand met specifieke lichamelijke
beperkingen die weinig begeleiding vereisen. De resultaten van dergelijke projecten
zijn vaag, want ook zonder hulp en projecten stromen mensen vaak uit. Er wordt dan
juichend gedaan over de uitstroom in een traject, terwijl de bijdrage van het project
aan de kansen op betaald werk gering is. In de praktijk komen arbeidsgehandicapten
nauwelijks aan het werk. In de afspraken die worden gemaakt met werkgevers zorgen die
ervoor dat ze uit verschillende doelgroepen kunnen putten, bijvoorbeeld de doelgroep
migranten naast arbeidsgehandicapten. Dat maakt het voor hen gemakkelijker om de
krenten uit de pap te vissen.
Dwangarbeid
Het is af en toe in het nieuws: uitkeringsgerechtigden, meestal mensen met bijstand,
die door gemeentebesturen gedwongen worden om in allerlei werkprojecten met behoud
van uitkering arbeid te verrichten. En dat soms tot in lengte van dagen, zonder
perspectief op een regulier arbeidscontract of reguliere arbeid voor een loon elders.
Mensen moeten onder een bijstandsregime vaak ver beneden hun opleidingsniveau zeer
eenvoudige werkzaamheden verrichten zonder perspectief op verbetering.
Op de spreekuren van belangenorganisaties en vakbonden komen schrijnende verhalen
binnen over misstanden die heersen in de dwangarbeidprojecten. Slechte
werkomstandigheden, intimidatie, vernederingen, dreigen met stopzetting van de
uitkering als je niet constant naar de pijpen van de werkmeesters danst, en vaak zelfs
daadwerkelijke kortingen of stopzettingen van de uitkering voor de meest futiele
"overtredingen" van de zeer strenge regels. Schrijnend is dat je in dergelijke
projecten vaak niets leert en dat ze op geen enkele manier bijdragen aan je kansen op
de arbeidsmarkt. Ook meer in zijn algemeenheid worden soms zeer strenge sancties
toegepast, zoals een korting van 100% gedurende een maand, oplopend tot een
uitsluiting uit de uitkering van drie maanden. Deze sancties moeten worden afgeschaft.
Wij zijn in Amsterdam en elders samen met andere organisaties in opstand gekomen tegen
deze mensonterende omstandigheden en gedeeltelijk met succes. Wij noemen dergelijke
werken zonder loon-projecten dwangarbeid, omdat de omstandigheden voldoen aan de
definitie van verboden verplichte arbeid en dwangarbeid in het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens (EVRM). Werken zonder loon moet stoppen. Ook de tegenprestatie is
in feite verboden verplichte arbeid volgens het EVRM, omdat dit niet als doelstelling
heeft om mensen toe te leiden naar betaald werk.
Voorstellen
Wat moet er gebeuren?
1. Veel voorstellen zijn de afgelopen tijd in rapporten de revue gepasseerd. Door de WRR
worden "basisbanen" voorgesteld. De commissie-Borstlap richt zich ook op de onderkant
van de arbeidsmarkt. De vele voorstellen en de rapporten blijven echter stilstaan bij dat
ene punt: de werkgevers zijn, als puntje bij paaltje komt, in hun personeelsleid
volstrekt autonoom. Op die manier worden al die voorstellen een afkoopsom voor
werkloosheid. Dat geldt ook voor een basisinkomen. Verder behelzen de voorstellen
maatregelen die werken via het prijsmechanisme, waarop de werkgevers moeten reageren.
Flexibele arbeid duurder maken bijvoorbeeld, in de hoop dat de werkgevers dan hun beleid
zullen bijstellen. Het is sterk de vraag of deze indirecte manier van beïnvloeden via het
marktmechanisme echt werkt. De Partij van de Arbeid heeft voorgesteld om aan de ene kant
werkgevers te belonen die hun personeel zekerheid geven, en aan de andere kant werkgevers
te belasten die de risico's afschuiven op de werknemers. Zo wordt het veel aantrekkelijker
om mensen weer in dienst te nemen. En bedrijven die het goede met hun mensen voor hebben,
worden zo niet langer weggeconcurreerd door bedrijven die de werknemers uitknijpen. Aldus
dat voorstel.
In onze ogen hebben al deze maatregelen aanvechtbaar effect. Nodig is een hernieuwde
discussie over directe beïnvloeding van het personeelsbeleid van de werkgevers door de
werknemers, in het kader van een agenda over democratisering van de economie. Verder zouden
aanzetten kunnen zijn: herverdeling van de arbeid, arbeidstijdverkorting, vroege
pensionering, arbeid naar de menselijke maat, terugdringing van de sociale onzekerheid, en
verhoging van de minimumlonen en de daaraan gekoppelde uitkeringen, waarbij het wettelijk
minimumloon naar 14 euro per uur gaat. Het bijstandsbedrag is simpelweg te laag, Op
initiatief van de FNV loopt er nu een campagne voor verhoging van het minimumloon naar 14
euro per uur. De Bijstandsbond en veel andere organisaties hebben zich bij deze campagne
aangesloten. Juist omdat mensen niet kunnen sparen voor bijvoorbeeld duurzame
gebruiksgoederen of voor wat dan ook, moet de bijstandsuitkering substantieel omhoog.
2. Wat betreft de sociale onzekerheid: oppositie en regering discussiëren over een meer
algemene verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. Iedereen die werkt, zou steun moeten
krijgen als het even tegenzit. Het moet niet uitmaken of je liever als zelfstandige aan
de slag gaat of meer hecht aan een vast contract. Waar het om gaat, is dat alle werkenden
moeten kunnen rekenen op een goed pensioen én een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid.
Volgens ons moet deze nieuwe volksverzekering tegen arbeidsongeschiktheid niet alleen
gelden voor werkenden, maar voor alle inwoners. Dus ook voor bijstandsgerechtigden. Veel
bijstandsgerechtigden zijn arbeidsongeschikt en kunnen niet werken. Dat heeft ook het SCP
geconstateerd. Zolang die verzekering tegen arbeidsongeschiktheid er niet is, moeten die
mensen met rust worden gelaten. Het opjaagbeleid van nu moet stoppen.
3. Wij pleiten voor een sociale bijstand, waarbij mensen niet worden gestraft voor
werkloosheid, maar ze met vertrouwen worden behandeld en waarbij werken loont. Geef
bijstandsgerechtigden meer rechten om te kunnen onderhandelen met de diverse partijen. In
plaats van dwang en rechteloosheid die misbruik in de hand werkt. Geef mensen de
mogelijkheid om zich te verdedigen. In dit kader pleiten wij ook voor afschaffing van de
sollicitatieplicht. Veel bijstandsgerechtigden willen graag werken, de sollicitatieplicht
is overbodig. Geen werken zonder loon en geen dwang op het gebied van een tegenprestatie,
dat is wat we willen. De bezuinigingen van 2015 op de re-integratie budgetten moeten
worden teruggedraaid. Voorzover re-integratie trajecten worden uitgevoerd, moet dat
gebeuren met instemming van de betrokkenen, gezamenlijk met hen, dus geen van bovenaf
bedachte projecten waarbij vervolgens mensen in die projecten worden geduwd. Vaak passen
die van bovenaf bedachte projecten niet bij de mensen en sluiten die niet echt aan op de
gevraagde kennis en vaardigheden op de arbeidsmarkt. Sociale ontwikkelbedrijven kunnen de
functie van de vroegere sociale werkplaatsen overnemen.
4. Ondanks bovenstaande volksverzekering tegen werkloosheid zal bijstand nodig blijven als
laatste vangnet voor mensen die in de andere regelingen buiten de boot vallen,
bijvoorbeeld vrouwen die te maken hebben met een echtscheiding. Dat moet echter een andere
bijstand worden dan nu. Geen kostendelersnorm, en verruiming van de mogelijkheden om een
opleiding te volgen.
5. Als basis voor de ontwikkeling naar een socialere bijstand moet er een onderzoek komen
naar de oorzaken van het feit dat honderdduizenden beneden het wettelijk sociaal minimum
leven, bijvoorbeeld door de Algemene Rekenkamer.
De Arbeidsmarkt op de schop
door Tjeerd de Boer
Jeff Bezos is op dit moment de rijkste man op aarde met een vermogen
van $130 miljard. Zijn bedrijf Amazon heeft wereldwijd 800.000
werknemers, de meeste zijn orderpickers, laagbetaald en dankzij
computertechnologie gecontroleerd op elke beweging, pauzes en
prestatienormen. Bij ziek zijn volgt niet alleen loonkorting maar ook
een boete. Ze hebben geen enkele autonomie op het werk, dan wel
zeggenschap over de bedrijfsvoering in een ondernemingsraad. Ook in
Nederland steeds meer flexi werknemers in een snel toenemend aantal
distributiecentra, te herkennen als dozen in weilanden.
Opkomst van een bediendeneconomie.
In het in januari verschenen WRR rapport "Het betere werk, de nieuwe
maatschappelijke opdracht" worden banen zoals bij Amazon aangeduid als
slecht werk, laagbetaald, flexibel dus onzeker werk en inkomen,
slechte arbeidsomstandigheden door maximale controle en uitbuiting van
werknemers, geen doorgroeimogelijkheden en geen sociale
zekerheidsregelingen bij ziekte, werkloosheid of voor pensioenen. In
1998 schreef Edward Luttwack een boek over het Amerikaanse
turbokapitalisme waarin de opkomst van een bediendeneconomie was te
zien. Veel werkgelegenheid in die sector werd aangeduid als McJobs,
zoals in de groeiende branche van fastfoodketens maar ook persoonlijke
diensten zoals nanny's en hondenuitlaters. Vervolgens een forse toename
van werkgelegenheid in de distributiesector en via platforms zoals Uber
als nieuwe, directe intermediairs tussen vraag en aanbod.
In Nederland werken thans 985.000 mensen in tijdelijke banen, 556.000
op oproepbasis, en 149.000 mensen hebben een nul urencontract. Totaal
hebben 2 miljoen mensen een flexbaan en zijn er 1,1 miljoen
zelfstandigen zonder personeel. Met name onder laagopgeleide zzp-ers gaat
het om zelfstandigen zonder poen, aangeduid als werkende armen, totaal
5.3 % in Nederland. Intussen is Nederland in Europa kampioen deeltijdwerk,
70 % van de vrouwen en 22 % van de mannen heeft daarmee te maken, vaak
niet uit vrije wil. Nederland scoort dan wel hoog als het gaat om de
totale participatie van de beroepsbevolking, ruim 70 % van de bevolking
tussen 15 en 67 jaar heeft een betaalde baan. In die zin voldoet Nederland
aan een EU doelstelling, opgesteld in 2005. Overigens zal ik in dit artikel
voor het gemak alle flexwerkers en zzp-ers rekenen tot flexwerknemers, 36 %
totaal.
Van slechte naar goede banen.
Doelstelling van het WRR rapport is streven naar zoveel mogelijk goed werk
voor het grootste aantal. Dan is er nog heel wat werk te doen met name in de
McJob sectoren. De WRR stelde vast dat de meeste flexwerkers niet aangesloten
zijn bij vakbonden en dat ook de organisatiegraad van vaste werknemers sterk
is afgenomen, van 38 % in 1975 naar 18 % nu. Het is dus moeilijk voor veel
flexiwerkers om in hun bedrijf of opdrachtgevers in actie te komen, gesteund
door stakingskassen van vakbonden of landelijk actie te voeren zonder eigen
organisatie. Ook zijn vrijwel alle flexiwerkers verstoken van sociale
zekerheidsregelingen, hoewel een aantal zzp-ers zich heeft aangesloten bij een
broodfonds in geval van tijdelijke werkloosheid. Indien langer werkloos,
zullen flexiwerkers het moeten doen met een bijstandsinkomen (circa 900 euro
netto per maand).
Grip op geld.
Hoe definieer je goed werk, een goede baan? Om te beginnen door grip op geld.
Flexiwerk betekent onzeker inkomen dat funest kan worden bij belangrijke
beslissingen zoals de eerste aankoop van een eigen huis en gezinsvorming.
Onzeker inkomen kan leiden tot moeilijkheden met de belastingen zoals te zien
was bij het terugvorderen van toeslagen. Beloning is deels een kwestie van
marktwaarde maar ook van menswaarde, als je niet kan leven van een voltijds
betaalde baan is het nodig om minimale standaarden aan te leggen voor
beloningen, zoals een wet voor minimumlonen. Ook de grote ongelijkheid in
beloningen tussen gewone werkers en bazen wordt in toenemende mate gezien als
een onacceptabel gebrek aan grip op geld voor en door gewone burgers. Gelukkig
worden steeds meer mensen zich daarvan bewust door het werk van Pikkety!
Ten tweede grip op werk, met enige nadruk op invloed of zeggenschap over hoe
je je werk kunt uitvoeren, de kwaliteit van werk en om niet te vergeten de
organisatie van werk door bedrijven. Hoe minder autonomie werknemers hebben
hoe groter het gevaar van burn-out dan wel gebrek aan motivatie in het werk.
Een goed bedrijf is een bedrijf waarmee de werknemers zich verbonden voelen,
waar doorgroeimogelijkheden zijn, o.a. door bedrijfsscholing.
Tenslotte grip op leven waarbij de balans tussen werk en privé centraal staat.
Veel jonge mensen geraken in de stress door de drukke combinatie van hun baan,
gezinsleven, hoge financiële lasten voor wonen. Ze komen in de knel door dure
kinderopvang en slechte verlofregelingen. Wat dat betreft scoort Nederland
slecht in vergelijk met Scandinavische landen, Duitsland en Frankrijk: 20 weken
onbetaald ouderverlof, t.o.v. 14 maanden betaald verlof in Duitsland en 16
maanden in Zweden. Ook komen hardwerkende Nederlands in de stress door
mantelzorg, zoals voor de oud geworden ouders of een ziek geworden gezinslid.
De 2 miljoen mantelzorgers moeten vaak taken overnemen die door rechtse
regeringen zijn wegbezuinigd uit de zorgsector.
Ziek van het werk.
In m'n vorige artikel duidde ik op de epidemie van verstressing die mens en
maatschappij bedreigt, alsmede het functioneren van de economie. De WRR schat
de totale directe kosten door burn-out op bijna 9 miljard per jaar. Het gaat om
meetbare kosten voor medische en psychologische zorg en productieverlies in vele
organisaties, ook van de overheid. In Nederland is bijna 1 op de 5 werkers
opgebrand, vaak een geleidelijk proces van overspanning naar volledige
uitputting. Als bekend neem ik aan werd burn-out als falen van individuen gezien,
dan had je maar eerder aan de bel moeten trekken, mindfulness e.a. rustgevende
cursussen moeten volgen. Veel jonge carrièremakers gaan naar sportscholen om in
conditie te blijven voor hun baan en baas. Zij zijn verslaafd aan werkisme, voor
hun is hun werk alles en de rest bijzaak.
De WRR prikt dwars door individualisering op het werk heen, langdurige stress en
burn-out hangen nauw samen met een slechte organisatie van het werk, of zelfs een
slechte organisatie. Het werk en werkomstandigheden bij zo'n Amazon
Turbokapitalist kan je intensieve menshouderij noemen als vergelijkbaar met
intensieve veeteelt waar het vooral gaat om geld i.p.v. goed. Andere beruchte
stressbronnen zijn financiële onzekerheid die flexiwerkers treft, of armoede,
steeds hogere eisen die niet alleen werkgevers stellen maar ook klanten.
Toenemende agressie op het werk maar ook van buitenaf zoals tegen artsen, politie
en leraren die het ook weer niet kunnen helpen dat ze door de
Bezuinigingsideologie (austerity) met personeelstekorten kampen (oh,
sollicitanten!).
Werkloosheid.
Zodra een flexiwerker arbeidsongeschikt of langer werkloos wordt, zullen zij een
beroep moeten doen op een bijstandsuitkering. Uit onderzoek blijkt dat flexiwerkers
die werkloos dreigen te worden nog meer angst hebben voor de bejegening door UWV en
uitkerende instanties dan voor verlies van inkomen. De WRR is dan ook scherp van
oordeel over de Participatiewet, om te beginnen op de bezuinigingen (vanaf 2015) op
re-integratie budgetten, van 1.2 % van het Nederlandse BNP naar 0.6 % (vergelijk
Denemarken 2.3 %, Zweden 1.2 %). Vervolgens werd de re-integratie overgeheveld naar
gemeenten, die ook getroffen werden door extra bezuinigingen die zij dan verhaalden
op verdere afbraak van voorzieningen in de bijstand en de zorg.
In vele onderzoeken (bronvermelding in WRR rapport) is aangetoond dat het hebben van
goed werk en beloning goed is voor je welzijn, status, ergens bij horen en identiteit.
Mensen vragen niet wie ben je maar wat voor werk doe je. Weer is een neoliberaal
waanidee makkelijk omver te halen, namelijk dat vrij veel mensen kiezen voor een
uitkering en genieten van hoe anderen voor ze werken.
In Nederland hebben 378.000 mensen een WW uitkering, 442.000 hebben bijstand en
810.000 mensen in de WIA op grond van arbeidsongeschiktheid. Ruim 600.000 mensen
zonder uitkering (Nuggers) willen betaald werk en vele deeltijdwerkers zouden meer
willen werken. De WRR is ook scherp van oordeel over de afbraak van de sociale
zekerheid, i.h.b. van de bijstand. In ieder geval, vanuit rechtse politiek gezien
is hun opzet geslaagd, bijvoorbeeld dat a.s. werklozen vrees hebben voor
uitvoerende instanties in de sociale zekerheid. Gevolg van een wantrouwende
overheid die mensen stelt als calculerende burgers, als kunnen die rationeel
kiezen voor betaald werk of een uitkering. In werkelijkheid zijn in toenemende
mate werklozen min of meer murw en ziek gemaakt door hun levensomstandigheden in
armoede, schulden en een denigrerende bejegening als losers.
60 % van de werklozen
in de bijstand heeft arbeidsbeperkingen. Ze zijn eventueel niet eens ernstig ziek
maar kunnen de hoge functie-eisen, het werktempo en voltijdswerkduur niet aan. Ik
noemde ze vaak productieongeschikt, tenzij zij aangepast werk krijgen en mogelijk
niet voltijds aan de slag.
Arbeid en vrijheid.
De lading (beschuldiging) van het woord losers moet je niet onderschatten. De
geschiedenis heeft ons geleerd dat het verachten van zogeheten nutteloze mensen kan
doorschieten naar vernietiging van die mensen. Voor hun gold beslist niet: arbeid
maakt vrij. De bedoeling van de adviezen in het WRR rapport dat arbeid de mensen
wel vrij kan maken van zorgen, armoede en isolatie van de maatschappij. Werk kan
een zegen zijn maar ook een vloek. Het moge duidelijk zijn dat werken voor
geldwolven die hun mensen als vee beschouwen, snel moet verdwijnen. De WRR sluit
aan bij de voorgestelde verbeteringen in de Participatiewet van bestraffen naar
benaderen van werklozen. Meer maatwerk, meer scholing en meer begeleiding. Maar dit
moet in samenhang met minder flexwerk, omdat anders velen ineen draaideur gevangen
blijven van werk naar uitkering. Ten tweede doet de WRR het voorstel van basisbanen,
die wel nuttig zijn voor de maatschappij maar waarvoor geen markt is. Ik leerde
vroeger op school van Arnold Heertje "de kern van de economie" dat de overheid de
aangewezen instantie is die diverse productietaken moet vervullen daar waar de markt
faalt of waar bedrijven in de marktsector- vaak terecht- bepaalde productie niet op
zich nemen wegens gebrek aan verdienmogelijkheden.
Het WRR rapport kreeg weinig aandacht in de media. Toch zal het met name voor
vakbonden en organisaties van werkgevers een belangrijke voedingsbron kunnen worden
voor ideeën voor de inrichting van een toekomstige arbeidsmarkt. Vakbonden moeten
rekening houden met toenemende flexibilisering van de productie, grote onzekerheden
in de globale economie (ook epidemieën) waardoor werkgevers behoefte hebben aan een
flexibele schil van werknemers. In geval van geen of te weinig werk kunnen
flexwerkers toch op de loonlijst blijven, als een bedrijf deze mensen een soort
basisloon gegarandeerd. Let wel dat een goede binding tussen werknemers en werkgevers
niet alleen goed is voor de onderlinge relaties maar ook voor innovaties, door
werknemers. Over het nut van een algemeen basisinkomen hoef ik niet opnieuw te
beginnen. Veel flexwerkers, maar ook studenten en mensen die zijn aangewezen op een
uitkering door b.v. ziekte kunnen redelijk leven in Nederland met een basisinkomen van
netto 1.200 euro per persoon per maand, inclusief zorgkosten.
Tenslotte: Robotisering is geen hype geworden (zie De robot de baas, Nieuwsbrief nr. 97).
We moeten oppassen dat robotisering en informatietechnologie niet misbruikt wordt voor
controle zoals op werknemers maar wordt ingezet om gevaarlijke of vervelende klussen, die
dan worden geautomatiseerd. Sommige robots kunnen zelfs onze nieuwe collega's worden, de
Cobot.
Wat een vertoning
Tweebos nieuws - Verslag
Gemeenteraad van Carol
Verslag raadsvergadering van 30 januari over Tweebos en Woonvisie
Tweebossers mevrouw Pelger (80) en Gerard Bijlsma (82) moesten via een smal
wenteltrap 60 treden omhoog klauteren, om de publieke tribune te bereiken.
Voor hen geen plekje in de zaal. Daar zaten wel de afgevaardigden van Vestia.
SP, NIDA, Denk, 50PLUS en de Partij van de Dieren dienden zo'n 12 moties in.
Om de situatie in de Tweebosbuurt in betere banen te leiden, te verzachten of
op pauze te zetten. Stephan van Baarle van Denk noemde de uitspraak van de
rechter een bom onder de slopershamer en onder de Woonvisie. Hij diende een
motie in om de sloopplannen in te trekken. Want de rechter heeft ze
ongrondwettelijk verklaard. De heer Lansink van de VVD was het niet met hem
eens. "Er komt nog een hoger beroep aan. En de eerste rechter oordeelde
anders!"
FAKE NEWS!
Van Baarle: "De eerste rechter oordeelde dat 12 bewoner onvoldoende
meewerkten aan hun vertrek uit de Tweebosbuurt, maar hij oordeelde niet over
de rechtmatigheid van de sloop. De tweede rechter deed dat wel. Haar
conclusie: de sloop is ongrondwettelijk."
VVD: "Dit is allemaal fake nieuws! En daar wil ik nog aan toevoegen: de VVD
vindt dat de woonheffing op sociale woningen nog wel wat verhoogd mag worden."
Alhoewel de raadsleden steeds herhaalden dat zij "niet op de stoel van de
rechter wilden gaan zitten", deed iedereen een duit in het zakje. Soms kwam
het tot indringende vragen. Bijvoorbeeld: "Staat u er niet achter dat de
rechter niet geoordeeld heeft dat dit niet het geval was?".
D66 bevestigde voor de zekerheid nog even dat Vestia het recht heeft om in
hoger beroep te gaan.
NIET RELEVANT
Co Engberts van de PvdA, die zich sinds kort aan de zijde van de
Tweebossers heeft opgesteld maar geen voorstander is van het terugdraaien van
de situatie, verklaarde blij te zijn met "het aanbod van Vestia om met de 17
bewoners om de tafel te gaan zitten, onder leiding van een onafhankelijke
mediator." Hij wilde weten wat Taylan Cicek (SP) daarvan vond.
Cicek" Het is niet relevant, want die bewoners wilden niet weg, en dat willen
ze nog steeds niet."
Engberts: "Ja, maar het is belangrijk om met elkaar naar een oplossing te
zoeken. Wat vindt u van dit aanbod van Vestia?"
Cicek: "Nogmaals: het is niet relevant, want deze mensen willen niet weg!"
Om te onderstrepen dat de PvdA het toch echt goed voor heeft met de
Tweebossers, gaf Engberts aan dat de PvdA tegen het hoger beroep van Vestia is.
Engberts probeert de laatste tijd een goed figuur te slaan bij de Tweebossers
en de partijen die hen steunen, maar helaas is hij daar nog niet helemaal in
geslaagd.
"STERKE VAKINHOUDELIJKE KENNIS"
Astrid Kockelkoren, die volgens de website van GroenLinks bekend staat om
haar "sterke vakinhoudelijke kennis over bouwen en wonen" verklaarde dat de
situatie "ingewikkeld" is. Voor wie het nog niet wist, meldde ze nog even dat er
twee verschillende gerechtelijke uitspraken liggen. Ze vroeg aan haar
mederaadslieden of zij een oplossing wisten.
NIDA en 50PLUS haakten hierop in. "Stop verdere sloop, maak pas op de plaats,
houd de situatie zoals die nu is. Breng de rust terug in de wijk."
Kockelkoren slaagde er niet in om duidelijk te maken of ze dit wel of niet een
goed voorstel vond. Wel gaf ze aan heel blij te zijn met de mediator die op komst
is. Kockelkoren's GroenLinks collega Judith Bokhove, die een paar jaar geleden
nog fel tegen de Woonvisie was, nam als wethouder van Mobiliteit geen deel aan de
discussie. Je kon niet zien wat er tijdens het debat in haar hoofd omging.
Gelukkig? Jammer genoeg? Ze droeg een kek groenleren jasje, dat dan weer wel.
DE ARROGANTIE VAN DE MACHT
De partijen die de Tweebosbuurt steunen probeerden op allerlei manieren de
belangen van de Tweebossers te verdedigen.
Van Baarle van Denk: "De bewoners van de Tweebosbuurt worden harteloos en
onpersoonlijk behandeld. Wij willen dat er gestopt wordt met de sloop, en dat er
excuses worden aangeboden aan de Tweebossers." GroenLinks en de PvdA werden door
Van Baarle "moreel failliet" verklaard.
Büyükçifçi van NIDA noemde huidige toestand rond om de Tweebosbuurt een symbool
van de zwakte van de sociale partijen. En een symbool van de arrogantie van de
macht. Hij had ook een vraag aan wethouder Kurvers. "De rechter heeft gezegd dat
Vestia onvoldoende blijk heeft gegeven de huisvesting voor mensen met een lage
inkomens te waarborgen. Wat vindt de wethouder van die uitspraak?"
Daar vond wethouder Kurvers niets van. Hij legde de motie naast zich neer en
verklaarde door te gaan op de ingeslagen weg. Wethouder Kurvers vond alle
mogelijkheden die werden geopperd om het lot van de Tweebossers te verbeteren
vooral "oponthoud".
De Partij van de Dieren en de SP dienden een motie in om de Woonvisie te toetsen
aan de grondwet. Deze motie werd door Kurvers "ontraden".
KRAKERSTUIG
De komische noot kwam van Maurice Meeuwissen, in zijn eentje de PVV fractie.
Bij het onderwerp "krakers in de Tweebosbuurt" zag hij zijn kans schoon. "Ik weet
niet of u wel eens krakerstuig heeft gezien? Ik namelijk wel, in de
Palestinastraat. Ik moest 10 euro afgeven, anders zouden ze me wat aandoen! Wat
vindt u van de krakers in de Tweebosbuurt? Ook al zijn ze dan nu gelukkig
ontruimd? Internationale anarchisten en illegalen waren het, die zich daar met
steun van de SP hadden gevestigd! De Tweebosbuurt is een extreem links ghetto
geworden, een Sharia wijk! En verschrikkelijk Antifa tuig, dat zit er ook. De
gemeente moet direct de regie overnemen. In die woningen waar die buitenlanders
zitten, daar zouden Rotterdammers moeten zitten…!"
Cicek van de SP kopte de bal in: "Die ZATEN er ook!"
MOTIE
Ellen Verkoelen van 50PLUS benoemde het intimiderende gedrag van het
politiepeloton die met veel vertoon van geweld een groep krakers had afgevoerd,
en verklaarde dat dat zeer ongewenst was.
Ze voegde hieraan toe dat de krakers in de Tweebosbuurt juist een meerwaarde zijn
voor de buurt. Immers, bewoning is beter dan leegstand, en houdt de wijk levendig.
Verkoelen diende tevens een motie in om alle activiteiten rond om het plan van
Vestia op te schorten en de sloop uit de prestatie-afspraken van Vestia met de
gemeente te schrappen.
Maar wethouder Kurvers voelde daar niets voor. "Soms moet belang van de stad
prevaleren boven personen. Laten we niet vergeten dat er bijstandsbeheer en bij
Vestia mensen elke dag keihard werken om het raadsbesluit uit te voeren.
Natuurlijk is het een ingrijpend besluit. Maar scheefwoners raken nu hun huizen
kwijt. En kinderen die nog bij hun ouders wonen, kunnen in een eigen huis gaan
wonen. Eerlijk gezegd vind ik dat het best goed gaat."
KOOS
De VVD wilde de Pro Tweebosbuurt nog even uitleggen de 400 bewoners die
inmiddels verhuisd zijn uit de Tweebosbuurt, helemaal niet uit de stad zijn
verjaagd, wat het grootste gedeelte van hen woont nog steeds in Rotterdam.
Büyükçifçi van NIDA haakte hierop in. "Maar het punt is dat ze er niet
voor hebben gekozen om te verhuizen.
Kurvers: "Nee. WIJ hebben dat gekozen. Het plan is op democratische wijze
tot stand gekomen in de Rotterdamse gemeenteraad."
Kanttekening: eind vorig jaar verklaarden verschillende raadsleden in een
artikel in het NRC geschrokken te zijn van de praktijk van de Woonvisie,
"... als ik geweten had wat dit allemaal inhield, had ik er nooit voor
gestemd." Maar wethouder Kurvers KOOS ervoor om dat even te vergeten.
"BETROUWBAAR EN VOORSPELBAAR"
"We hebben trouwens heel veel rechtszaken lopen zoals die van Tweebos.
En dat is ook goed. Want daarmee creëren we duidelijkheid." Wethouder
Kurvers legde uit dat de politiek "betrouwbaar en voorspelbaar" moet zijn.
Daarom blijft hij vasthouden aan de Woonvisie en de uitvoering daarvan.
"We zijn blij dat de actiegroep van de Tweebossers inmiddels de
handreiking van Vestia heeft geaccepteerd, om te gaan praten. Vestia heeft
ook een Tweebos team, dat volop actief is. Maar voor de duidelijkheid: de
herhuisvesting gaat gewoon door. We gaan niet wachten op de uitslag van het
hoger beroep van Vestia, want dat is nodeloos oponthoud. Wij zitten in dit
traject en we gaan door."
Ellen Verkoelen: "En als in het hoger beroep de uitspraak van de rechter 2
wordt bekrachtigd? En de sloop alsnog ongrondwettelijk verklaard?" Hierop
kwam geen antwoord. Overigens nam wethouder Kurvers geen enkele keer het
woord sloop in de mond. Hij heeft het over "transformeren"."
BLOEMBAKKEN
Engberts, Vonk (CU-SGP) en Kockelkoren willen het nog hebben over de
leefbaarheid van de Tweebosbuurt. Kurvers heeft daar zeker ideeën over.
Bijvoorbeeld vaker vuil ophalen in de Tweebosbuurt. Wat bloembakken. En de
bomen op de Hilledijk die gekapt moeten worden kunnen voorlopig blijven
staan. "Wij zetten in op leefbaarheid," sprak Kurver. Daarmee werd het
onderwerp afgesloten.
GRAUW EN TELEURGESTELD
Om half 11 's avonds strompelden mevrouw Pelger en Gerard Bijlsma
vermoeid via de wenteltrap weer naar beneden. Ze oogden grauw en
teleurgesteld. Na vanavond is duidelijk dat de Tweebos geen steun hoeft te
verwachten van de gemeenteraad.
"Dat doe je die mensen toch niet aan," werd gemompeld. "Daar zakt je broek
toch van af..."
Wat een vertoning.