Vestia: een turbokapitalistisch schandaal
door Tjeerd de Boer
Volkshuisvesting. Ik maak graag stadswandelingen zoals in Amsterdam.
Buiten de grachtengordel zijn tal van wijken gebouwd tussen 1920 -1940 volgens de
architectuur van de Amsterdamse School (bv Berlage). Je herkent aan die architectuur
de volkshuisvesting zoals de gemeente toen ter hand nam. Voor een belangrijk deel werd
de volkshuisvesting gerealiseerd door woningcorporaties. Zo zag ik in de Transvaalbuurt
(oost) een wijk, opgebouwd door een joods- communistische corporatie.
De meeste woningcorporaties waren georganiseerd volgens de maatschappelijke zuilen, t.w.
Rooms katholiek, protestants en socialistisch. Sociale woningbouw werd ook gedaan door
ondernemingen zoals Philips of Van Marken die het Agnetadorp realiseerde voor werknemers
van de Gist & Spiritus fabriek in Delft. In het algemeen waren woningcorporaties
actief in arbeiderssteden, zoals Hilversum, de stad waarin ik opgroeide en toen nog een
fabrieksstad met daarbij diverse corporatiewijken.
Overheid en corporaties. Hoewel ik niets weet van vroegere financiële
relaties tussen overheid en woningcorporaties, weet ik wel dat er midden jaren '90 veel
zou veranderen. De overheid wilde conform de privatiseringsideologie de corporaties op
afstand zetten. Dit betekende dat de corporaties financieel zelfstandig moesten kunnen
functioneren en kunnen voldoen aan de vraag naar sociale woningbouw.
Dit regeringsbesluit had grote gevolgen voor de woningcorporaties. Om nieuwe sociale
woningprojecten te kunnen financieren, moesten de corporaties langlopende leningen
aangaan bij banken in de orde van tientallen miljoenen. Omdat het om langlopende projecten,
c.q. leningen gaat, lopen de corporaties het gevaar van (onvoorziene) kosten bij
rentestijgingen waardoor de begroting van het project ook steeds naar boven moet worden
afgesteld.
Een korte economische uitleg is hier nodig: om het gevaar van rentestijgingen te ontlopen,
maakten de corporaties een afspraak voor een vaste rente gedurende de looptijd van de lening,
in ruil voor compensatie van de variabele rente door de bank. Dit lijkt ingewikkeld maar is
dit niet. Stel dat de bank en de corporatie een vaste rente van 3 % zijn overeengekomen, en
dat de variabele rente toenam van 2 naar 6 %. De bank compenseert de corporatie inzake die
variabele rente. In vaktaal wordt zo’n overeenkomst een swap genoemd, een soort verzekering
of indekking tegen variabele waarden, zoals renten, wisselkoersen of prijzen voor grondstoffen
en landbouwproducten.
De swaps, een roemrucht financieel product, aangeduid als derivaten en door
superbelegger Warren Buffet weapons of financial mass destruction genoemd, is bekend bij een
ieder die zich bezig houdt met monetaire economie. Terecht, want de globale handel in credit
default swaps (een verzekering tegen wanbetaling) bedroeg vóor 2008 zo’n 60.000 miljard, een
enorme financiële luchtbel dus. De financiële crash van 2008 werd voor een belangrijk deel
veroorzaakt door het instorten van de Amerikaanse derivatenmarkt (Het AIG verzekeringsschandaal).
Letterlijk dichter bij huis, bijvoorbeeld Vestiawoningen in Rotterdam, zijn de gevolgen zichtbaar
van een van de grootste speculatieschandalen ter wereld, aldus NRC. In plaats van zich in te
dekken tegen renteschommelingen, ging Vestia 23 miljard euro investeren in swaps (tegenover
slechts 6 miljard aan gewone leningen). Het ging fout toen de rente begon te dalen terwijl Vestia
speculeerde op een stijging. Het bestuur van Vestia had van de corporatie een gokkast gemaakt.
Direct begonnen banken eisen en vorderingen te stellen aan Vestia dat 2 miljard betaalde om van
zijn derivaten af te komen. Overige woningcorporaties in Nederland leenden Vestia 675 miljoen via
een waarborgfonds. Zonder deze ingreep zou in 2012 een systeemcrisis in het Nederlandse stelsel
van woningcorporaties mogelijk zijn geweest als Vestia 'omviel' gelijk een bank als de op éen na
grootste corporatie van Nederland met bijna 66.000 woningen.
Vestia blijft een financiële tijdbom. Twee bestuurders van Vestia die miljoenen
in eigen zak staken, zijn veroordeeld tot 3 jaar gevangenis, tegen een derde topman loopt een
strafrechtelijke procedure. Intussen is Vestia de meest arme corporatie van Nederland die in
allerijl diverse woningen in diverse steden probeert te verkopen. Intussen zijn 24.000 woningen
verkocht t.w.v. 1.66 miljard. Ook probeert het om lopende projecten en de kosten daarvan aan andere
woningcorporaties over te hevelen, die daar echter weinig zin in hebben (de projecten kosten
honderden miljoenen euro).
Het wordt aldus deskundigen onwaarschijnlijk geacht dat Vestia genoemde lening van 675 miljoen aan
het waarborgfonds van corporaties terug zal betalen voor 2021. Aldus blijft de hele sociale
woningbouw in Nederland onder druk staan door de schulden van Vestia (restschuld van 4.5 miljard).
Om aan nog meer geld te komen, heeft Vestia de huren voor sociale woningen maximaal verhoogd en ook
een aantal voormalige sociale huurwoningen opgeschaald naar de vrije sector. Diverse gemeenten
verzetten zich echter tegen de afbraak van de sociale woningsector door Vestia, behalve de gemeente
Rotterdam.
De YUPPIE Woonvisie van de gemeente Rotterdam: het Tweebosdrama. Na een mislukt
referendum over de Woonvisie 2016 ging de gemeenteraad akkoord met dit plan, ook GroenLinks en de
PvdA. Besloten was onder meer tot de sloop van sociale huurwoningen in de Tweebosbuurt in de
Afrikaanderwijk. Deze wijk moest kunnen aansluiten op de daarnaast te bouwen Parkwijk waarin koop-
en huurhuizen van het duurdere segment.
Het kwam Vestia wel goed uit als eigenaar van die sociale huurwoningen in de Tweebosbuurt. De panden
werden alvast verwaarloosd, 265 bewoners maakte gebruik van een verhuisregeling maar de rest blijft
zich verzetten tegen huisuitzetting. Tot nu toe stelde een rechter de bewoners in het ongelijk maar
een aanvraag voor hoger beroep wordt gedaan.
De Tweebosbuurt werd net als Crooswijk onderwerp van veryupping van woonwijken door de gemeente, ten
koste van buurtgemeenschappen. Vaak betreft het oudere bewoners die nota bene de generatie waren van
de opgestroopte mouwenmentaliteit. Had van de zomer een kroeg bezocht nabij de Tweebosstraat waarin
veel ouderen en de wat jongere harde kern van Feyenoordfans.
Ze vertelden me dat ze zich betutteld en bedreigd voelden door de bestuurders. Ze begrijpen niet
waarom binnenkort ook de rookruimten in de kroeg dicht moeten, terwijl die toch gescheiden zijn van
het café en de straat. Daarom, verklaarden de meesten in die kroeg, keerden zij zich af van de
politiek en moesten ze van de overheid ook niets hebben.
Rekenkamer Rotterdam: Resultaten Armoedebeleid
pas over 2 of 3 jaar zichtbaar
Op 16 oktober, tijdens de lancering van Warm Rotterdam in Arminius
werd een film getoond met een interview van de directeur van de Rekenkamer
Rotterdam Paul Hofstra over het armoedebeleid.
Deze film is hier te zien (8:14 minuten).
Rotterdam moet eigen beleid flexcontracten naleven
Door Brenda Heidinga
Maar liefst 700 van de 1400 medewerkers van de afdeling Werk & Inkomen
van de gemeente Rotterdam heeft een tijdelijk contract. De gemeenteraad
heeft in april een motie aangenomen om het aantal flexcontracten terug te
brengen naar 10 procent. 'De gemeente moet haar eigen beleid naleven',
aldus FNV-organizer Fatima el Mourabit.
Flexwerkers boden op
4 november concerndirecteur Jon Meijer een petitie aan
in het Timmerhuis. De FNV wil dat de gemeente haast maakt en het aantal
flexcontracten zo snel mogelijk inperkt.
Structureel werk
De flexmedewerkers van de gemeente Rotterdam zijn het zat om jarenlang in
onzekerheid hun werk te moeten doen. FNV-Organizer Fatima el Mourabit: 'De
FNV vindt dat de gemeente Rotterdam haar eigen beleid moet uitvoeren en
haast moet maken met de omzetting van flexcontracten naar gewone contracten.
Het gaat om structureel werk en niet om het opvangen van ziekte of
piekbelasting.' 11 april jl. is een motie met grote meerderheid door de
gemeenteraad aangenomen om flexwerk terug te dringen naar 10 procent binnen
de gemeente Rotterdam. Het totaal aantal werknemers bij de gemeente
Rotterdam is 11.000.
Campagne 'Kom uit je schuld' doorbreekt taboe rond schulden
Persbericht Gemeente Rotterdam
6 november 2019
Rotterdammer Donovan roept jongeren op: 'Praat erover'
Om het taboe rond schulden te doorbreken is de
gemeente vandaag de campagne 'Kom uit je schuld'
gestart. Doel van de campagne is om mensen die
kampen met geldzorgen te motiveren erover te
praten. Zodat zij eerder hulp inschakelen en
hiermee grotere problemen voorkomen. De komende
weken zijn de dilemma's van mensen die zelf in
de schulden zaten te zien op posters in
bushokjes, op een tram, in een
theatervoorstelling en via social media. Wethouder
Michiel Grauss (armoedebestrijding, schuldenaanpak
en informele zorg) trapte de campagne af samen met
het Rotterdamse gezicht van de campagne: Donovan.
Mensen die schulden hebben, wachten gemiddeld vijf
jaar met hulp zoeken. Door schaamte en stress nemen
zij vaak niemand in vertrouwen. In deze periode kan
het schuldbedrag, door rente en kosten voor de
vorderingen, ruim tien keer zo hoog worden. De
campagne waarschuwt hiervoor en moedigt mensen aan
eerder in actie te komen. In de campagne doen
verschillende mensen hun verhaal over hoe zij in de
schulden kwamen. En hoe ze hulp kregen door erover
te praten met hun omgeving of met hulpverleners. Eén
van hen is de Rotterdamse Donovan, die al jong in de
schulden raakte maar er met hulp weer uitkwam. Hij
is als jongere toegevoegd aan de landelijke gezichten
van de campagne. En werkt mee aan de campagne om
andere jongeren te waarschuwen. "Ik heb mijn les
geleerd en ik hoop echt dat jongeren bij het afsluiten
van een telefoonabonnement nadenken of ze dat de
komende maanden ook kunnen betalen. Ik heb te lang
gewacht met hulp zoeken. Had ik dat maar eerder gedaan,
want het luchtte enorm op."
Praten over geldzorgen helpt
De gemeente richt zich met de campagne op Rotterdammers
met schulden en op hun omgeving. Wethouder Michiel
Grauss: "Schaamte bij geldproblemen is logisch. Het is
juist krachtig om hulp te vragen. En als je je zorgen
om iemand maakt, stel als familielid, vriend of collega
eens de vraag 'kom jij eruit?'. In de campagne is extra
aandacht voor jongeren. Grauss: "Jongeren zijn de
toekomst. Ik hoop dat het verhaal van Donovan inspireert
om te praten met een vriend of vriendin als ze hun
rekeningen niet kunnen betalen. Het Jongerenloket kan
vervolgens helpen om grotere schulden te voorkomen."
Echte mensen met hun dilemma's
In de campagne zijn de gezichten van ervaringsdeskundigen
te zien op posters in bushokjes en tramhaltes. Ook rijdt
er een 'Kom uit je schuld'-tram tot eind dit jaar. Er
verschijnen advertenties in de huis-aan-huiskranten en er
valt een Rotterdamse versie van de NIBUD-geldkrant met
geldtips bij Rotterdammers op de mat. Op Facebook en
Instagram zijn filmpjes te zien met ervaringsdeskundigen
die kunnen helpen om het gesprek aan te gaan. Alle uitingen
verwijzen naar de hulp bij VraagWijzers en het Jongerenloket.
Ook speelt het Rotterdams Wijktheater in december 'Zomaar
een straat' in theater Islemunda. Dit theaterstuk neemt je
mee naar de huiskamer van mensen met schulden. Donovan is
een van de acteurs.
Campagne voor publiek en koffertje voor professionals
De campagne 'Kom uit je schuld' is een Rotterdamse variant
van de landelijke campagne en is een samenwerking tussen de
gemeente Rotterdam en het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid. Naast de publiekscampagne en de voorstelling
'Zomaar een straat' verspreidt de gemeente de komende periode
het online en offline koffertje 'Geld enzo'. Daarin zitten
tips voor professionals over het bespreekbaar maken van
geldproblemen.
De campagne loopt door tot en met 17 november. En wordt van 9
tot 22 december herhaald. De campagne is onderdeel van de
Rotterdamse schuldenaanpak 'RESET Rotterdam' waarmee de gemeente
Rotterdam deze collegeperiode onder meer 15.000 Rotterdammers
helpt om hun schulden onder controle te krijgen.
Meer informatie
Over de data van ‘Zomaar een straat’: www.rotterdamswijktheater.nl
Over de publiekscampagne: www.komuitjeschuld.nl
Over hulp bij schuld: www.rotterdam.nl/vraagwijzer of www.rotterdam.nl/jongerenloket
Over koffertje "Geld enzo" https://www.rotterdam.nl/werken-leren/geld-enzo/
NVVK publiceert petitie voor landelijk Waarborgfonds
Saneringskrediet
ingezonden mededeling 2 november 2019
Voor mensen met problematische schulden is
het saneringskrediet een optie die vaker
gebruikt kan worden, vindt de NVVK. Daarom
presenteert de vereniging een petitie die de
oprichting beoogt van een landelijk
Waarborgfonds Saneringskrediet. Daarmee
wordt de gereedschapkist van de
schuldhulpverlener verrijkt.Schuldenregelen is altijd maatwerk. Een
saneringskrediet is niet in alle gevallen
het aangewezen middel. Maar het is wel een
middel dat vaker toegepast kan worden.
Daarom stelde de NVVK een petitie op voor de
leden van de vaste Kamercommissie voor
Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De
commissie komt donderdagmorgen 14 november
bij elkaar om met staatssecretaris Van Ark
de status van de Brede Schuldenaanpak van
het kabinet door te nemen.
Sinds de NVVK het idee voor een landelijk
Waarborgfonds lanceerde hebben grote
schuldeisers zoals energiebedrijven en
zorgverzekeraars hun sympathie uitgesproken
voor het plan. Sociale Banken Nederland, een
samenwerkingsverband van alle Nederlandse
kredietbanken, staat klaar om het idee uit
te voeren.
Dit is de petitie die naar de Kamerleden is
gestuurd:
Landelijk
Waarborgfonds Saneringskrediet
Wat lost het Waarborgfonds op?
-
Een Waarborgfonds vergemakkelijkt de
inzet van het saneringskrediet.
-
Gemeenten zien nu nog vaak af van
schulden regelen via een
saneringskrediet in verband met
onbekendheid van het instrument en het
niet kunnen inschatten van de risico’s
van wanbetaling.
-
Voor schuldeisers en schuldhulpverleners
wordt door inzet van het
saneringskrediet het minnelijke traject
met 30 maanden verkort.
-
Voor de schuldeiser bespaart het
saneringskrediet incassokosten en kosten
van (loon)beslagen. Zij krijgen in
enkele weken duidelijkheid en ontvangen
direct het afgesproken bedrag in plaats
van een 3-jarig administratief
bewerkelijk minnelijk traject.
-
Voor de schuldhulpverlener ontstaat een
enorme reductie van administratieve
rompslomp.
-
Hoe werkt het Saneringskrediet?
-
Voor iedereen met problematische
schulden, die in aanmerking komt voor
een Msnp, wordt standaard ingezet op een
saneringskrediet. Alleen wanneer een
aanzienlijke stijging van het inkomen
waarschijnlijk is, wordt nog voor een
3-jarig schuldregelingstraject gekozen.
-
Volgens een standaardberekening wordt
met de schuldenaar een haalbaar plan
voor een schuldenvrije toekomst
overeengekomen waarbij het
saneringskrediet in 36 maanden wordt
afgelost. De standaard- berekening is
opvraagbaar bij de hulpverlener en
hierop worden controles door de
NVVK-leden1 uitgevoerd.
-
Bij uitbetaling van het saneringskrediet
ontvangen de schuldeisers direct het
afgesproken bedrag.
-
Schuldeisers schelden het deel van de
schuld buiten het saneringskrediet
kwijt. In 25% van de gevallen slaagt een
3-jarig schuldregelingstraject nu niet
en wordt de (oude) schuld weer
opeisbaar.
-
Tijdens de aflosperiode, en indien nodig
ook daarna, wordt adequate hulpverlening
verleend aan mensen met problematische
schulden.
Rol kredietbanken
-
De kredietbanken verstrekken de
saneringskredieten. Dit doen zij al
sinds eind jaren ’80. Sommige
kredietbanken hebben de aanvraag en
afwikkeling van saneringskredieten al
enige jaren gedigitaliseerd. Deze
techniek kunnen alle andere
kredietbanken overnemen.
-
Het Waarborgfonds maakt dus gebruik van
de bestaande infrastructuur van
kredietbanken, samenwerkend in Sociale
Banken Nederland (SBN) en de NVVK.
-
SBN kan nu al een landelijk dekkend
netwerk vormen en kan gebruikt worden
voor de uitrol van het Waarborgfonds.
Deelnemende kredietbanken hebben een
sociaal karakter en geen winstoogmerk.
Alle SBN-leden zijn aangesloten bij de
NVVK.
-
Het Waarborgfonds staat borg voor de
door kredietbanken verstrekte
saneringskredieten. In dit fonds kan
publiek en privaat geld gestort worden
om opstart- en exploitatiekosten te
dekken. Er bestaat bij een aantal
private financiers interesse.
-
Per saneringskrediet storten de
kredietbanken een bedrag terug in het
Waarborgfonds. Dit is belangrijk want
hierdoor ontstaat een revolverend fonds.
Randvoorwaarden Landelijk Waarborgfonds
Schuldsanering
-
Het Waarborgfonds heeft een looptijd van
minimaal 15 jaar.
-
Om kredietverstrekking mogelijk te maken
is financiering van kredietbanken
noodzakelijk zodat kredietbanken tegen
uniforme leenvoorwaarden funding kunnen
aantrekken. Met dit geleend geld
verstrekken de kredietbanken
saneringskredieten. De basis hiervoor
ligt er feitelijk al omdat kredietbanken
nu ook al extern gefinancierd worden.
-
Het totale bedrag aan problematische
schulden in Nederland bedraagt volgens
een conservatieve schatting 30 miljard
euro. De NVVK-leden helpen jaarlijks
ongeveer 86.000 mensen. De gemiddelde
schuld van schuldhulpvragers is 43.000
euro. Vermenigvuldig dat met 86.000 en
je komt op jaarlijks 3,6 miljard
(afgerond 3 miljard) euro. Voor het
verstrekken van saneringskredieten is
een Waarborgfonds van 1% van de
oorspronkelijke schuld nodig. De hoogte
van het Waarborgfonds zou dus 30 miljoen
euro moeten worden.
NB: Het percentage wanbetalers schommelt nu
tussen de 3 á 4%, blijkt uit ervaring van
kredietbanken, die nu al werken met een
borgstellingsfonds. Volgens verschillende
kredietbanken zou het percentage wanbetalers
op kunnen lopen naar 8 á 10% van de
kredietnemers. Dit zijn voorzichtige en
veilige aannames die verder onderzocht
moeten worden.
WIl je meer lezen over het Waarborgfonds?
Kijk dan
hier