Dédain voor de Deplorabelen
door Tjeerd de Boer
Onlangs -eind november- was Barbara Ehrenreich op bezoek in Nederland om de Erasmusprijs
te ontvangen door koning Alexander. In Amerika werd ze bekend door haar boek over werkende
armen. Als journalist nam ze diverse laagbetaalde banen aan (2001) waarin je te weinig
verdient om er zelfstandig van te kunnen wonen. Het viel haar op wat een dédain (verachting)
de mensen ten deel viel met laagbetaalde banen, ze werden later aangeduid als deplorabelen.
Thans demonstreren steeds meer gele hesjes met name tegen de verachting door de machten.
Zelfs door sociaal democratische leiders als Samson en Hillary Clinton, die mensen aan de
onderkant van de maatschappij openlijk als deplorabelen (sneue typen, losers) aanduidden.
Nota bene kiezers voorheen die daarna uiteraard niet of op populisten stemden.
Veracht door de macht, wat is hier aan de hand?
Individualisering. Regelmatig kwam ik in mijn artikelen terug op dit thema dat ik in
Nieuwsbrief nr 79 heb beschreven. Individualisering- verder aangeduid als IND - is een kern
van de Westerse, met name Amerikaanse cultuur, waarin alle slagen of falen terug te voeren is
op individuele inzet en keuzen. Als iemand faalt is dat altijd een persoonlijk falen.
Tegenwerkende factoren in de omgeving, zoals gebrek aan onderwijsmogelijkheden, als ook
(aangeboren) individuele beperkingen, worden ontkend of weggedacht. Alle individuen die falen
in de turbokapitalistische prestatiemaatschappijen, worden vervolgens veracht als losers.
Niets of weinig verdienen is onder meer reden om iemand als loser te verachten, je moet
'verdiencapaciteit' hebben en houden ...
Ehrenreich stelde dat na werkloosheid en ziekte nu zelfs de dood het individu in de schoenen
wordt geschoven (Volkskrant, 24-11-2018). Ze geeft daarmee aan dat IND intussen de hele
maatschappij heeft doordrenkt en niet beperkt is tot een cultuur van veracht en straf de armen,
werklozen en zieken, maar zelfs hardwerkende mensen in de hogere klassen kan betreffen. Concrete
voorbeelden: een aantal topatleten op Olympische Spelen in Brazilië, die geen medailles wonnen,
konden naar huis met een 'losersvlucht'. Jonge topadvocaat, Zuidas Amsterdam, ernstig ziek geweest,
komt na een half jaar terug op zijn werk en krijgt te horen: weet jij wel wat jóuw ziekte ónze
organisatie heeft gekost.
Alleen Geld Telt. Ik heb IND steeds geduid als een kernonderdeel van een turbocultuur die je als
aandrijfas kan opvatten van het turbokapitalisme. Ik bedoel een prestatiecultuur waarin iedereen
hogerop kan komen in de maatschappij als je maar wilt. Dat betekende o.a. het volgen van zo hoog
mogelijke opleidingen om daarmee later een zo hoog mogelijke ínstappositie te krijgen op de
arbeidsmarkt. Voor mensen met weinig opleiding waren er genoeg mogelijkheden om hogerop te komen
in de hiërarchie van concerns en overheidsbureaucratieën. Waardering hing voor een deel af van je
inkomen, maar ook door je status. De Amerikaanse socioloog Senett beschreef in zijn boek 'Respect'
(2003) dat ook mensen in lage functies trots op hun baan waren en in die zin ook door de
maatschappij gerespecteerd werden, zoals de postbode, concièrge en geschoolde arbeiders.
Sinds 1980- toen het turbokapitalisme opkwam- is geld de maatstaf voor prestaties geworden. Je
waarde als mens werd je marktwaarde, ofwel wat je verdient. Soms is een hoge opleiding niet eens
nodig als je maar een handige verkoper bent, vlot bent en een goede presentatie kan doen. In alle
sectoren zie je steeds meer een kleine groep megaverdieners, in bedrijven, de sport, showbusiness.
Het zijn die 1 % waar Piketty over schreef, ondersteund door een top 10 % van professionals in
bedrijven, banken en overheid. Zij worden vaak bewonderd als model van succes door verdienen.
In de turbocultuur ontstond een verachting voor allen die minder of weinig verdienen. Het betrof
arbeiders en mensen uit de lagere middenklassen, maar ook mensen in de hogere middenklasse die wat
betreft carrière en verdienen niet de top bereikten. Kuitenbrouwer toonde dit scherp aan in zijn
boek Turbo Taal: "Is dat Niemand?", bijvoorbeeld omdat die 'loser' minder dan een ton per jaar
verdiende. Werkende armen of nog erger, werklozen konden dus altijd rekenen op verachting. Met
weinig geld tel je letterlijk -qua koopkracht- en figuurlijk -naar status- niet mee. Veracht de
armen...
Erosie van de arbeidsmarkt. In 1998 beschreef Luttwack in zijn boek 'Turbokapitalisme' over de
opkomst van een klasse van nieuwe bedienden sinds de jaren '80. Deze ontwikkeling hing samen met
de opkomst van een nieuwe welvarende middenklasse van yuppies, maar ook met de noodzaak om meerdere
inkomens per huishouden te hebben om woonlasten te kunnen betalen. De klasse van hardwerkers moest
tal van huishoudelijke werkzaamheden uitbesteden: kinderoppas, honduitlaters, maaltijdbezorgers en
nog veel meer werk in de persoonlijke dienstensector.
Wegens de afbouw van industriële werkgelegenheid, onder meer naar lage lonenlanden, werden miljoenen
arbeiders ontslagen en zouden zij vervolgens genoegen moeten nemen met McJobs, zoals banen in die
persoonlijke dienstensector, horeca en distributie. Lonen waren altijd laag, te laag zelfs om rond
te komen van het inkomen van éen baan, zodat zij banen moesten 'stapelen'.
Intussen worden ook bij niet industriële bedrijven en overheidsorganisaties werknemers ontslagen
wegens bezuinigingen, om maximale efficiency te behalen met de overgebleven werknemers, die uiteraard
meer moesten presteren, vaak zonder loonsverhogingen. Veel middenklassers zouden na ontslag ook een
terugval moeten maken naar laagbetaalde banen in de dienstensector. Werklozen konden eventueel
terugkeren als vrijwilligers, als tegenprestatie voor een uitkering.
Sinds deze eeuw moeten steeds meer jongeren als instromers op de arbeidsmarkt genoegen nemen met én
lage lonen én flexibele arbeidscontracten ook in sectoren waar een hoge opleiding is vereist. Anderen
worden aan het lijntje gehouden als stagiairs hoewel zij hun opleiding hebben afgerond. Ook voor deze
snel toenemende groep werknemers is het vaak noodzakelijk om meerdere banen of betaalde opdrachten aan
te nemen ten einde hun woonlasten te kunnen betalen.
Financieel Darwinisme. In de bijna 40 jaar oude Turbocultuur telt geld als maatstaf voor prestaties en
succes. Al degenen die weinig of geen geld verdienen of bezitten worden veracht en zelfs als luie
profiteurs gezien door degenen met financieel succes. De turbocultuur werd een genadeloze cultuur
waarbij al degenen die niet of nauwelijks kunnen verdienen, beschuldigd worden van wanprestatie.
Onlangs wees Paul Verhaeghe weer op de omgekeerde wereld, waarin al degenen die slachtoffer werden van
de turbokapitalistische of zeg financieel darwinistische maatschappij, Nota Bene beschuldigd worden door
degenen die het meest profiteren van het steeds meer uitbuiten van werknemers, belastingontduiking,
omkoping van regeringen en van de nieuwe beleggingsbubbels.
Is dit niet een voorbeeld van- in Jip en Janneke taal- van de pot verwijt de ketel dat- ie zwart ziet?
Slot: Barbara Ehrenreich over Individualisering dat volgens haar als ook Verhaeghe verder gaat dan
financieel Darwinisme. Binnen een IND cultuur worden allen veracht die niet genoeg wilskracht hebben om
te voorkomen dat zij verliezers worden. Op de arbeidsmarkt, in termen van inkomen, in strijd tegen een
ziekte. Zij die afhankelijk worden van anderen, uiteraard vooral ernstig zieken, werklozen, ouderen met
gebreken, mensen die niet financieel zelfstandig kunnen zijn. Kennelijk moet iedereen zo veel en zo
lang mogelijk een zelfstandig prestatieniveau hebben en houden. Uitval wordt niet getolereerd waardoor
je gaat profiteren van degenen die nog wel presteren.
IND leidt dan tot het ontstaan van een afrekenmaatschappij waarin de 'verliezers' wordt gewezen op
hoeveel zij de maatschappij kosten. Sterker nog, in vele turbokapitalistische maatschappijen grote
nadruk op kosten, zoals voor de zorgsector, personeel, zonder te letten welke opbrengsten er ook zijn in
termen van inkomen en werkgelegenheid. En die nadruk op kosten betreft dan vooral de echte verliezers in
de maatschappij, zij die ziek, werkloos en daarna steeds meer ook arm werden.
Al eerder heb ik geschreven dat er wel veel en steeds meer zogeheten verliezers of deplorabelen voorkomen
in turbokapitalistische landen. En let dus wel dat zij door de elite in hun land werden genoemd en veracht
als deplorabelen, zoals door Macron onlangs ... De socioloog Marguerite van den Berg stelde dat de
deplorabelen ('precariaat') hebben wel massa maar geen collectief ... Intussen:
ONTWAAKT DEPLORABELEN OP AARDE, KOOP EEN GEEL HESJE EN SLUIT JE AAN?