Het dictaat van de kapitaalmarkten
door Tjeerd de Boer
Veel mensen hebben klachten over het functioneren van de democratie in hun land.
Je kan je afvragen of die klachten net zo oud zijn als de democratie zelf. In dit
artikel ga ik een stap verder, namelijk dat de meeste democratieën van Westerse landen
ondergeschikt zijn geworden aan kapitaalmarkten. Een ideaal van Hayek en Friedman werd
werkelijkheid.
Klassiek beleggen. Een korte beschouwing over beleggen is hier nodig. Tot de
jaren '90 konden bedrijven, instellingen en particulieren beleggen in aandelen (bonds),
obligaties (stock) en opties daarop. Laatstgenoemde financiële producten waren juridische
titels waarin mogelijkheid of verplichting tot aan- of verkoop, alsmede looptijd werden
geregeld. Je kon deze financiële producten zien als alternatief voor sparen, zolang
dividenden hoger waren dan spaarrenten. Professionele beleggers waren meer geïnteresseerd
in handel van diverse financiële producten en werden ook door niet professionals
ingeschakeld voor een portfolio van beleggingen.
Voor bedrijven was de uitgifte van beleggingsproducten simpelweg een manier om aan extra
geld te komen voor investeringen zonder leningen te hoeven aangaan bij banken. Hoewel het
bezit van aandelen boven een bepaalde ondergrens toegang gaf tot de vergadering van
aandeelhouders, was de macht van aandeelhouders beperkt t.o.v. het management (zoals Berle
en Means aanduiden in hun artikel uit 1932). Voor bedrijven die beleggingsproducten
aanboden kon het beursgenoteerd zijn nadelen opleveren. Het meest berucht was gevaar van
vijandige overname als de prijs van aandelen laag werd, hetgeen beleggers konden opvatten
als een niet erg efficiënt functioneren van het bedrijf. Het idee echter dat beleggers
macht zouden krijgen over het management van een bedrijf teneinde dit meer rendabel te
laten functioneren was ondenkbaar ... tot de jaren '90.
Valuation. Begin jaren '90 nam de macht van beleggers t.o.v. het management van
bedrijven en banken enorm toe door een omslag in het denken over het functioneren van
bedrijven binnen een markteconomie. Kort na elkaar verschenen lijvige studieboeken over
'valuation' zoals van Copeland e.a. van McKinsey en Benneth Stewart (1990). Centraal stond
de 'efficiënte markt theorie', waarin markten het beter weten dan mensen. Bedoeld werd dat
aandelenprijzen de juiste indicatie geven over het actuele en het te verwachten toekomstige
functioneren van ondernemingen. Laatstgenoemde is cruciaal omdat het wel of niet beleggen
in een onderneming daarop gebaseerd is. Lage aandelenprijzen duiden dus op een matig tot
slecht functioneren van bedrijven en mogelijk faillissement later. Voordeel echter dat
overnamen goedkoop zijn te realiseren. Beleggers kochten dus niet een deel van de aandelen
maar het gehele pakket, ofwel complete bedrijven werden handelswaar.
Wat ik hier schrijf is geen theoretische bedrijfskunde maar iets dat wij allen kennen als
activistische aandeelhouders die bedrijven zoals de Hema, V en D, de Bijenkorf opkochten.
Berucht zijn de diverse hedgefunds, hoewel de meesten die niet kennen (zoals Carlyle fund
van o.a. de familie Bush) omdat deze beleggers kosten noch moeite sparen om bedrijven
hyperefficiënt te maken door maximaal te produceren met de meest minimale hoeveelheid
mensen en middelen. Complete concerns werden 'gestript' met als gevolg ontslag voor
honderdduizenden werknemers. Zwakke bedrijfsonderdelen werden gesloten ondanks dat zij met
winst functioneerden. Maximalisatie van winsten en van aandeelhouderswaarden (= valuation)
werd de norm. Aldus werden bedrijven 'marktconform', uiteraard geheel conform de inmiddels
velen wel bekende neoliberale leer (Marktsisme).
Staatsaandelen. Beter bekend als staatsschuld, uitgedrukt als percentage van het
BNP. Ook hier vindt ik een korte toelichting nodig. Staatschulden kunnen in tegenstelling
tot schulden van bedrijven en burgers over lange tijd worden aangehouden. Oude schulden
vervallen maar worden in nieuwe vorm voortgezet, tegen andere renten en voorwaarden
(= het doorrollen van schulden). In hoeverre staatsschulden te hoog worden, is inderdaad
een theoretisch economische kwestie. De EU hanteert een maximum grens van 60% van het BNP
voor Eurolanden, Reinhart en Rogoff (2012) stellen een grens van 90 % waarbinnen een
staatsschuld nog hanteerbaar is. Beide onderzoekers als ook Piketty stellen echter dat
de 'veiligheid' van staatsschulden afhangt van de mate waarin die staatsschuld een
binnenlandse aangelegenheid is zoals in Japan of afhankelijk is van internationale
kapitaalmarkten, zoals de USA. Het totaal aflossen van een staatsschuld is een slecht
idee omdat daardoor een groot deel van (internationale) kapitaalmarkten zou wegvallen.
Staatsaandelen zoals de populaire US Bonds zijn gewone aandelen. Zodra en zolang beleggers
vertrouwen hebben in het functioneren van staten waarin zij belegd hebben, zullen
rentestanden laag zijn (1 tot 6%) en de handelswaarde van de aandelen hoog. Op termijn is
het verlengen van schulden ook geen probleem zolang een staat als 'onderpand' stabiel
blijft functioneren: geen economische crises en geen revoluties. Verliezen belegers
daardoor vertrouwen in een staat, dan vliegen de rentestanden omhoog i.v.m. de risico's
en verliezen aandelen snel hun waarde. Een staat kan dan schulden niet meer doorrollen en
kan vervolgens failliet gaan, zoals Griekenland na 2008.
Permanente Shock Doctrine, ofwel het dictaat van internationale kapitaalmarkten.
Griekenland werd een triest voorbeeld van een modelstaat onder Shock Doctrine. Om in
aanmerking te komen voor lange termijn leningen van in totaal 273 miljard euro door de IMF
en Europese Centrale Bank ECB, moest het land zwaar bezuinigen, hoe contraproductief dat
ook was tijdens een crisis. De gevolgen waren dan ook desastreus, voor de economie die met
25 % BNP kromp na 2010 en de bevolking die onder meer geteisterd werd door
massawerkloosheid en -armoede.
Griekenland moest efficiënter worden, meer marktconform, exact volgens de principes die ik
eerder uitlegde bij valuation voor bedrijven, maar ook van toepassing bij concurrentie
tussen staten. De principes en regels bij Shock Doctrine zijn als bij valuation helder
(zie Nieuwsbrief nr. 82). Staten moeten geminimaliseerd worden als verzorgingsstaten, een
minimale overheid moet zorgen voor een maximaal efficiënte marktmaatschappij waarin ieder
voor zich financiële verantwoordelijkheid neemt. De voormalige 'tax based states' waardoor
diverse collectieve voorzieningen betaalbaar werden gemaakt, moesten worden vervangen door
consolidatiestaten, aldus Streeck (2016). Om het vertrouwen van internationale beleggers te
winnen en te behouden zijn permanente bezuinigingen nodig op collectieve uitgaven
('austerity'). Vandaar toenemende collectieve armoede zoals in Nieuwsbrief 118 aangeduid,
een gotspe in staten die steeds rijker worden zonder dat de meeste burgers er iets van
merken. Kijk maar naar Nederland met Rutte als lakei van het grootkapitaal.
Let wel dat het aldus aangeduide dictaat van kapitaalmarkten een wurggreep werd voor vrijwel
alle Westerse staten en Rusland, mogelijk ook China. Zodra een land niet 'marktconform'
maximaal efficiënt functioneert met een zo minimaal mogelijke overheid (collectieve sector),
dreigt een mogelijk Grieks Drama met onbetaalbare staatschulden. Dit dictaat van
kapitaalmarkten is wel een superieur resultaat voor de liefhebbers van de neoliberale leer.
Geheel conform het ideaal van de Grote Goeroe Milton Friedman: let's Business free to govern
the world of zoals collega Von Hayek het scherper formuleerde in 1939: een staat (regering)
moet de vrije werking van markten, dus concreet van Big Business, Banken en Belleggers
beschermen tegen de vrije werking van democratie.
Vandaar dat (rechtse) regeringen eerst voorrang gaven aan banken die zelf de crisis van
2008 hadden veroorzaakt, vervolgens aan Big Business, concerns die dreigen bepaalde
staten te verlaten als niet aan hun voorwaarden wordt voldaan, zoals lage lonen en
flexiwerk en tenslotte Beleggers die staten opvatten als bedrijven. Bedrijven,
Banken en Belegers Eerst, daarna Burgers, aldus regeringen die feitelijk uitverkoop
houden van hun voormalige welvaartsstaten. Dat die staten t.z.t een zeer hoge prijs
betalen, zal duidelijk worden door de toenemende schulden bij burgers, omdat hun
inkomens al decennia lang stagneren, en door verwaarlozing van de collectieve sector
met tekorten in alle sectoren: onderwijs, gezondheidszorg, sociale zekerheid, defensie
en politie en infrastructuur ... De Burger als belastingbetaler die er steeds minder
collectieve voorzieningen voor terug krijgt en ziet dat Big Business, Banken,
Beleggers steeds rijker worden dankzij internationale belastingontwijking.
Hopelijk draagt dit artikel bij aan een noodzakelijk inzicht bij Kiezers, Kijkers en
Klanten betreffende rechtse regeringen die als Plutocratische Plunderaars hun staten
leegzuigen voor de gunsten van Big Business, Banken en Beleggers, de Rijken ofwel
PLUTOCRATEN.