Op weg naar verkiezingen
door Tjeerd de Boer
Arme Rotterdammers moet je helpen, niet straffen, aldus PvdA lijsttrekker
Barbara Kathmann. Zou zij als zovelen het boek hebben gelezen van Loic Waquant
(2008) over straf de armen? En waarom moeten arme mensen worden gestraft? Omdat
zij minderwaardig zijn, of gezegd in economisch jargon, omdat hun
verdiencapaciteit te kort schiet? Hun inkomen is dan minderwaardig en dat komt
toch meer door harde bezuinigingen op uitkeringen of lage lonen dan door gering
arbeidsvermogen.
Of heeft het straffen van armen en werklozen nog steeds te maken met een
neoliberale politiek, een politiek die tot wantrouwen en cynisme kan leiden bij
veel mensen die in de verdrukking leven? Een van de doelstellingen van het
manifest tegen de armoede is het bereiken van mensen met een laag inkomen en een
laag vertrouwen in de politiek waardoor zij behoorden tot die 50 % die niet
gingen stemmen bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen. Opdat velen van hun nu
wel gaan stemmen en wel op die partijen die hun belang dienen van
armoedebestrijding.
Vrijheid en Ongelijkheid was het thema van een bijeenkomst in Café de
Verheffing op 26 november.
De eerste spreker, Joeri Kooimans, filosoof ging in op de controlestaat
waarmee mensen met een uitkering te maken hebben. Hij noemde Foucault, een
filosoof die onderzoek deed naar het waarom bepaalde bevolkingsgroepen tot
zondebok worden, als bedreigend of afwijkend worden ervaren en daardoor moeten
worden gestraft of geïsoleerd. Werklozen en armen zijn thans die mensen die als
afwijkend worden gesteld onder het motto dat het je eigen schuld of keuze is dat
je geen betaald werk verricht. Zijn betoog sluit goed aan op mijn artikel
(nieuwsbrief nummer 79) over individualisering van Verhaeghe, over de
vliegwieleconomie (nummers 85,86) en consumentisme (nummer 87).
Een grote ongerijmdheid stelde Verhaeghe vast bij een prestatiemaatschappij
die bedreigd wordt door een groot aantal uitvallers (werklozen en
arbeidsongeschikten) die deze maatschappij zelf 'produceert' om vervolgens het
recht te nemen tot controle en bestraffing van die uitvallers. Snel moet de
afstand tot de arbeidsmarkt worden verkleind voor werklozen die eerder als
profiteurs dan als slachtoffers worden gezien juist wegens verlies van betaald
werk.
Op TV onlangs een reportage over een 62-jarige man, keurig uiterlijk, had hoge
administratieve functie, maar werkloos vanaf zijn 52ste. Hij had de afgelopen
4 jaar 800 sollicitaties gedaan zonder resultaat. Gaan wij zo met elkaar om als
volwassen mensen, door werklozen en ook armen murw te maken? Staan we daarbij
niet stil bij de medische en sociale kosten die ongetwijfeld het gevolg zijn
van dit strafbeleid? Regeringen die de afgelopen jaren 6,5 miljard per jaar
uitgaven aan re-integratiebeleid. Slechts 3 % van de werklozen ouder dan 55 jaar
vond betaald werk. Intussen nam het wantrouwen van mensen met een uitkering naar
diverse overheidsinstanties en de politiek toe, als zij zelf die instanties als
betuttelend, controlerend, dus als bedreigend, i.p.v. medewerkend ervaren.
Maar kennelijk is deze waanzin of bezetenheid enkel te verklaren vanuit de
neoliberale cultuur in een participatiemaatschappij waarin iedereen actief moet
zijn, zelfs ouderen, ofwel niemand mag een inactieve kostenpost zijn voor
die maatschappij. Voorbeeld op tv: een vrouw van 85 jaar in een
verzorgingstehuis moest fitnesstrainingen doen, anders zouden haar botten
breekbaarder worden, hetgeen de maatschappij geld kan kosten. Ze smeekte om met
rust gelaten te worden, bijvoorbeeld met een ongezonde leefstijl naar de
maatstaven van een presteerder. De kern van Joeri's betoog was hoeveel mensen
hun vrijheid tot zelfbepaling verliezen als ze hun werk verliezen en/of arm
worden, hetgeen naar mijn maatstaven ook niets meer te maken heeft met echt
liberalisme naar het voorbeeld van J.S. Mills, een Engelse econoom en filosoof,
die in 1848 zijn Principles of Political Economy schreef.
Waarom geen opstand en door wie niet? Was het thema van de tweede spreker,
de socioloog Karlijn Roex. Kijkt een groot deel van de middenklasse -immers model
van Hardwerkend Nederland- neer op werklozen en armen, stemmen zij rechts of zijn
zij zich ook bewust dat zijzelf ook werkloos kunnen worden? Dat na een jaar
werkloosheid kansen op de arbeidsmarkt snel verdampen, zeker voor 45-plussers, en
dat na een WW-periode ook de armoede volgt door de lage bijstandsuitkering.
Mogelijk door de nog steeds heersende neoliberale cultuur heerst er bij vele
Hardwerkers het idee dat zij moeten werken voor de vele uitkeringen voor niet
actieven. Ze vergeten dat zij als loontrekkenden allemaal vooral moeten werken
voor de ware profiteurs, namelijk degenen en organisaties die zijn vermeld in de
Paradise Papers. In het volgende artikel meer daarover.
Intussen worden veel jongeren gedwongen om te werken als zogenaamde zelfstandigen
zoals bij koeriersdiensten of flexiwerknemers tegen lage lonen. Mogelijk voelen
veel jongeren zich echter ondernemer, zelf verantwoordelijk voor resultaten en
niet bereid tot acties zoals werknemers. Vermoed dat jongeren redelijk
opkomstbereid zijn bij verkiezingen en progressief kiezen (D66 en Groen Links) of
populisten als PVV en Forum voor Democratie i.p.v. op traditionele partijen als
de VVD, CDA of PvdA. Veel jongeren werken in een precaire, onzekere situatie en
belanden direct in de bijstand in geval van verlies van betaalde werkzaamheden.
Ze bouwen geen pensioen op en hebben het geld niet voor premies voor verzekeringen
ingeval van ziekte of werkloosheid.
Op weg naar verkiezingen. De meeste niet actieven in de beroepsbevolking,
zoals werklozen, arbeidsongeschikten en vroeg gehandicapten, moeten leven van
uitkeringen die doorgaans niets meer zijn dan het sociaal minimuminkomen of wel
bijstandsniveau. Dat geldt ook voor ouderen met enkel AOW of met een klein
aanvullend pensioen, samengevat als mensen in armoede. Ik stel op grond van de
bevindingen van Shafir en Mullainthan dat mensen in armoede zodanig in beslag
worden genomen door administratieve beslommeringen (een kleine fout kan al tot
een boete leiden), alle problemen die samenhangen met armoede en de controledruk
ten koste van persoonlijke vrijheid, dat veel mensen murw, cynisch en wantrouwend
worden naar de instanties waarmee zij te maken hebben en de politiek.
Zij zullen of wel niet stemmen dan wel op populistische of nieuwe partijen
als Leefbaar, PVV, DENK of Baudet's Forum voor Democratie, de 50 plus partij of
ter linkerzijde de SP, NIDA, PvdA, GroenLinks. Voor RoSA!, de onlangs opgerichte
Aktiegroep Rotterdam Armoedevrij en een mogelijke Vereniging Samen tegen de
Armoede, waarin vertegenwoordigers van progressieve partijen en organisaties die
zich ook inzetten voor armoedebestrijding, wordt het een grote uitdaging
(doelstelling) om al die mensen in armoede te bereiken die niet gingen stemmen dan
wel kozen voor partijen die bepaald niet hun belangen dienden... Rotterdam
armoedevrij hangt dus en af van én onze initiatieven én het initiatief van mensen
in armoede om te kiezen voor die partijen die de armoede willen bestrijden i.p.v.
de armen. De partijen die het Manifest tegen de Armoede ondersteunen.
Verantwoording. Hans Goosen en ik hebben afgesproken dat mijn artikelen in
het teken staan van op weg naar verkiezingen voor het gemeentebestuur op 21 maart
2018. Ik heb vaak eerder aangekondigd (gepland) om artikelen te schrijven over de
kloof tussen rijk en arm (Piketty) en over ontwikkelingen in de financiële economie,
zoals de nieuwe bubbels op de huizenmarkt, de beurzen en zelfs de digitale munt
Bitcoin. Deze ontwikkelingen vereisen verdergaande studies alvorens deze zelf goed
te begrijpen en vooral op begrijpelijke wijze uit te leggen in nieuwe artikelen en
in een proefschriftvoorstel van mij.
In mijn volgende artikel wil ik ingaan op een nieuwe 'apartheid' die dreigt te
ontstaan tussen rijken in binnensteden en mensen met een laag inkomen die worden
verdreven uit die binnensteden. Deze ontwikkeling wordt 'gentrificatie' genoemd en
was doelstelling van Rechts Rotterdam (College van Burgemeester
en Wethouders) conform hun Woonvisie.