VoorbeschouWing 2017 door Tjeerd de
Boer
Onvoorspelbaarheid en onzekerheid zullen ruiten troef zijn in 2017. In veel beschouwingen in de krant las ik dat 'de burger'
niet zozeer boos is en als kiezer 'zweeft' naar de populisten, maar onzeker. Vele van die onzekere mensen zijn niet arm en ongelukkig
maar hebben het goed, ze hebben bv een baan. Maar steeds meer werk wordt flexiwerk, te onderscheiden van zzp- ers, nul
urencontracten (oproepmedewerkers), alle werknemers zonder vaste aanstelling, tot en met betaalde stagiairs.
Ik vermoed echter dat flexwerk de toekomst wordt. Werknemers worden niet meer ingehuurd voor vaste functies, c.q. taken, maar ingezet
als medewerker voor tijdelijke projecten. Zoiets gebeurde al langer voor vaste werknemers in een organisatie, maar de trend is om een
kleine vaste kern van werknemers aan te houden voor de kernfuncties in het management en ondersteunende staf. De overige medewerkers
worden van buitenaf aangetrokken, vaak nadat deze eerder ontslagen werden.
Een toenemende hoeveelheid flexwerk vraagt om een ander stelsel van sociale zekerheid, concreet
een systeem van basisuitkeringen.
Niet als utopie maar uit noodzaak, vooral voor flexwerkers. Met een basisinkomen ter hoogte van een bijstandsuitkering hebben flexwerkers
en mensen die geheel afhankelijk zijn (blijven) van een uitkering, zoals zieken en gehandicapten, vooral financiële- naast sociale
zekerheid. Flexwerkers kunnen zich dan makkelijker concentreren op hun opdrachten of het verkrijgen daarvan. Een inkomen kan worden
verdiend bovenop het basisinkomen en wordt jaarlijks verrekend met de fiscus. Voorkomen wordt dan ook dat flexwerkers zonder tijdelijk
werk weer een moeizame, mogelijke vernederende gang moeten maken naar UWV en uitkeringsinstantie.
Mensen worden ook onzeker van robotisering, wordt mijn baan ook weg geautomatiseerd, of mag ik als flexwerker terugkeren als
medewerker van een robot? In Nieuwsbrief nr. 97 heb ik verslag gedaan van onderzoeken naar robotisering door de WRR en Rathenau Instituut
e.a. en moest concluderen dat ontwikkelingen op dit gebied nogal onvoorspelbaar zijn. Zo robotisering massaal wordt toegepast en tot grote
(structurele) werkloosheid leidt, is het nodig om naast een systeem van basisinkomens over te stappen naar een belastingstelsel met nadruk
op heffing op kapitaal i.p.v. op inkomens uit werk. Je kan een robot moeilijk verwijten dat het moet werken voor de uitkeringen van
werklozen. En wat is ertegen op meer vrije tijd in een hardwerkmaatschappij?
In de twee vorige artikelen noemde ik globalisering die veel mensen een onzeker gevoel geven, en dat hun gevoel ze, eerder dan op
basis van rationele argumenten, richting populisme en nationalisme brengt. Maar is hun begrijpelijke angst terecht, bv voor de Chinezen.
Wim Kan zei ooit vrees ze niet, als ze komen, dan komen ze éen voor éen… Hij zou ongelijk krijgen want wel degelijk geraakten de Amerikanen
onder G.W. Bush in angst toen Chinese concerns een bod deden op hun concerns in de olie- industrie en banksector. ADO den Haag in grote
moeilijkheden door het onvoorspelbare gedrag van een Chinese aankoper. Maar, zowel in USA als de EU leven grote Chinese gemeenschappen al
decennialang in goede verhouding met de plaatselijke bevolking, zie de Chinatowns, van New York tot en met den Haag, Rotterdam en Amsterdam.
Als bij robotisering krijgen een aantal mensen angst- door onzekerheid- of globalisering hun werk en inkomen bedreigt, zoals Trump beweerde
met betrekking tot de Chinezen. Zij vrezen dan een of- of situatie, ik bedoel hoe rijker China wordt en overige landen ook (India, Brazilië),
hoe armer wij worden in Amerika en Europa? Inderdaad heeft vooral de sterk gegroeide middenklasse in China geprofiteerd van de globalisering
van turbokapitalisme terwijl de middenklassen in de USA en EU qua inkomens al 30 jaar stagneerden en de lage inkomensgroepen verarmden.
Genoemde ontwikkelingen van flexibilisering, robotisering en globalisering worden door velen als bedreigend ervaren en kunnen inderdaad
bedreigend worden voor het functioneren van de economie en maatschappij van landen en de wereldeconomie.
De wereld in een overgang of transitie? In dit artikel zal ik noch een onheilsprofeet zijn, noch een optimist. Vermoedens of
inschattingen over toekomstige ontwikkelingen zijn moeilijk te maken, zie de kans dat de Vesuvius uitbarst (kans = 1), maar wanneer dat gebeurt
weet niemand. Wel hebben vulkanologen een enorme drukvergroting vastgesteld in een magmakamer onder de stad Napels, zodanig dat een voormalige
jachthaven droog werd na een verheffing van 2 meter. Deze bevinding mochten de vulkanologen echter niet aan de grote klok hangen omdat de mensen
dan verontrust zouden worden en de huizenprijzen konden dalen…
Het inschatten van mogelijke toekomstige ontwikkelingen gebeurt op basis van trendanalyse en het gebruik van scenario- technieken waar een aantal
ontwikkelingen worden gesteld en de kans dat een scenario later uitkomt. Erwin Lazlo schreef 2 boeken over mogelijke ontwikkelingen in de wereld,
de World Shift 2012 en Het Chaospunt (2006). Hij begint met negatieve verwachtingen over het huidige globale turbokapitalistische systeem met
overproductie en –consumptie – de vliegwieleconomie- dat gaat leiden tot uitputting van mens, maatschappij en milieu.
In alle landen waar het turbokapitalisme ontwikkeld werd, nam de welvaart toe voor een grote massa zoals in China, maar ook de stress. In het
artikel over individualisering noemde ik het onderzoek van Paul Verhaeghe waarin hij een veelheid van klachten, zoals burn-out en depressie, en
ziekten zoals kanker en hartinfarcten stelde als stress gerelateerde verziekingen (pathogenese). Gevolg is dat een toenemend deel van het bnp in
turbokapitalistische landen moeten worden besteed aan uitgaven voor gezondheidzorg. Ruim 20 jaar geleden werden de grote Chinese steden gekenmerkt
door kolonnes van fietsers, nu van rijen van auto’s en enkele fietsers met een mondkapje tegen de smog.
Verschillende vormen van economische groei. Lazlo maakt onderscheid in de economie tussen extensieve en intensieve groei, door
Aristoteles genoemd als het verschil tussen chremastiké (woeker) en oikonomia (verstandig beheer). Meer is niet genoeg bij extensieve groei
die door hebzucht wordt aangedreven. Van alles moet worden gemaximaliseerd: efficiency, winsten, prestaties, consumptie en belevingen van mensen.
Lazlo stelt dat extensieve groei wordt gekenmerkt door conquest, colonization and consumption.
Concurrentie wordt verheerlijkt als dé bron voor maximale economische groei, om te beginnen met concurrentie tussen rationeel handelende
individuen, bekend als de neoklassieke leer. Degenen die niet mee kunnen komen in de strijd om het bestaan worden als verachtelijke 'losers'
weggezet in dit type maatschappij, gekenmerkt door financieel Darwinisme. Voor de winnaars gelden geen grenzen qua inkomen en vermogen, vandaar dat
dat 8 miljardairs evenveel bezitten als de onderste 50 % van de wereldbevolking.
De enorme en steeds groter wordende verschillen in inkomens en vermogens bedreigen de welvaart en welzijn van lage en middeninkomens en aldus het
toekomstige functioneren van de maatschappij van de USA en EU terwijl deze inkomensgroepen vooruitgaan in China. Toenemende verschillen in
handelsbalansen tussen exporteurs en importerende landen bedreigen het functioneren van de wereldeconomie en is voor Trump reden om China aan te
pakken door meer protectionisme en eigen productie.
Intensieve groei gaat uit van een economie van het genoeg en dat betekent beslist nog niet een sobere en stilstaande economie. Als de nu nog
bestaande enorme verschillen in inkomens en vermogens aanzienlijk worden verkleind, betekent dat een enorme koopkrachtverbetering voor de lage en
middeninkomens in ontwikkelde kapitalistische landen, derhalve een enorme groei-impuls voor de economie. Intensieve groei wordt gekenmerkt door
connection, communication en consciousness, ofwel meer verbinding dan concurrentie tussen de mensen, communicatie om die verbindingen te maken,
bijvoorbeeld tussen verschillende landen en culturen.
Bij bewustwording doelt Lazlo op het vergroten van bewustzijn van systemen en hun samenhang, zoals CO 2 uitstoot door onze wijze van produceren
en consumeren en klimaatsveranderingen. Het gaat dan om het bevorderen van een holistisch bewustzijn, in tegenstelling tot individualisme dat nog
dominant is binnen het turbokapitalisme. Holistisch bewustzijn = inzicht in hoe van alles met elkaar samenhangt, is nodig om mogelijke systeemcrises
op tijd te herkennen en te gebruiken voor veranderingen. In de wetenschap is dat mogelijk door multidisciplinaire benaderingen van een onderwerp of
probleem, ik bedoel dat verschillende vakgebieden (disciplines) bijeen worden gebracht om grote samenhangen te onderzoeken tussen onderwerpen en
problemen, bijvoorbeeld door een systeembenadering. Iedereen kent wel het begrip 'ecologisch systeem' zoals een tropisch regenwoud, een zeer kwetsbare
samenhang tussen planten, dieren, bodem en microklimaat.
Regressief versus progressief. Ik vermoed een verdergaande patstelling of strijd tussen regressieve en progressieve bewegingen en ontwikkelingen.
Met regressief bedoel ik alle politieke partijen en maatschappelijke bewegingen die actuele problemen willen oplossen met methoden en visies uit een
verleden. Het gevaar dreigt dan dat vele maatschappelijke en economische problemen niet worden opgelost maar vooruitgangsresistent blijven, zoals
files, stressklachten, diverse verslavingen of het ontstaan van nieuwe financiële bubbels. Sterker nog, het bestrijden van diverse problemen levert
vaak averechtse of perverse resultaten op en dit mede als gevolg van individualisering.
Individualisering is het resultaat van een ruim 30 jaar durende neoliberale cultuur, door mij aangeduid als turbocultuur omdat deze cultuur de aanjager
is van turbokapitalisme. Als gevolg van die cultuur moeten veel mensen wel strikt als individu handelen in concurrentie met anderen. Ze zijn niet per sé
egocentrisch maar voor altruïsme is weinig tijd en plaats in een wereld waarin werken en presteren centraal staan. Ook 'leisure and pleasure' door vrije
tijd komt onder druk te staan bij velen, vooral bij jongeren en gezinnen. We verdienen wel veel welvaart maar minder welzijn, blijkend uit de inmiddels
vooruitgangsresistente stressklachten bij zovelen.
In artikel nr. 79 over individualisering duidde ik dit begrip als een politiek keuze waardoor collectieve problemen niet collectief worden aangepakt
maar als problemen van individuen worden gesteld. Een direct gevolg van deze politiek wordt niet het bestrijden van problemen maar van individuen,
niet de werkloosheid maar de werklozen, niet de armoede maar de armen worden bestreden, mensen met obesitas of stressklachten. Het resultaat is dan een
vliegenmeppersmaatschappij die jaar in jaar uit tevergeefs strijdt tegen dergelijke problemen of ervan wegkijkt. Neem de strijd tegen de wiet, die de
overheid c.q. belastingbetaler intussen miljarden kost, bv omdat politiemensen als vuilnisophaaldienst moeten werken in plaats van nuttiger politiewerk.
Intussen floreert de misdaad geweldig dankzij de weed winsten en worden klanten opgescheept met pesticiden in het product.
Laten we nu eens een progressief voorbeeld nemen: Colorado. De weedteelt is gelegaliseerd en gecontroleerd door de staat, die nu jaarlijks $ 400 miljoen
verdient aan die teelt door accijns of btw. De gebruikers krijgen een schoon product tegen billijke prijzen en de misdaad kan er niets meer aan verdienen.
De maatschappij is progressief genoeg om de weedrokers over te laten aan de voor- en nadelen van hun rookgenot. Het is namelijk zo makkelijk – in
regressieve culturen- om met het moralistische wijzende vingertje te wijzen naar individuen die naar jouw mening ongezond leven of ongewenst naar jouw
maatstaven en die dan bestraft of beperkt moeten worden in hun gedrag en genot. Zie het bestrijden van rokers terwijl luchtvervuiling door verkeer en
industrie even gevaarlijk kunnen zijn, vooral in het toenemend aantal megasteden als in China, Latijns-Amerika en Afrika.
Het succes van Colorado inzake voorheen het drugsprobleem kan algemeen en progressief worden vertaald als een probleem, dat eerst als een gegevenheid
wordt gezien op het niveau waar het zich voordoet, bijvoorbeeld individueel en/of collectief. Vervolgens gaat het niet om het bestrijden van een als
probleem ervaren ontwikkeling, maar om het te veranderen naar een ontwikkeling die voor eenieder een meer optimale oplossing biedt en kosten voor
bestrijding niet meer nodig zijn. Vaak is hierbij niets meer nodig dan gezond verstand in plaats van een politiek op basis van vooroordelen en
afwezigheid van feiten en cijfers, een politiek van meningen en emoties…
In de vorige artikelen ging ik in op de opkomst van populistische politieke partijen met als reden dat veel burgers geen oplossingen van hun of algemene
problemen verwachten van de gevestigde politiek. Maar veel burgers organiseren buiten de politiek tal van initiatieven, van een G1000 overleg tot en met
stadslandbouw en werken in progressieve zin aan verbetering en verandering van hun leven en omgeving. Met progressief bedoel ik hier dan ook niet in
politieke zin; veel progressieve bewegingen ontbreekt het juist nog aan politieke organisatie, maar in de zin van het zoeken naar nieuwe visies en methoden
om problemen aan te pakken, dus richting een toekomst in plaats van een verleden.
Maar op dit moment domineren regressieve politieke partijen en bewegingen in de meeste turbokapitalistische landen en daarbuiten. Als deze vaak regressieve
bewegingen volharden in het aanpakken van huidige en toekomstige problemen en ontwikkelingen met de methoden van gisteren, bestaat het gevaar van diverse
onhoudbare toestanden in economie en maatschappij die leiden naar een chaospunt of crisis, waarin geen weg meer terug is naar de wereld van gisteren.
Onzekerheid en onvoorspelbaarheid zullen 2017 kenmerken, als het gedrag van Trump ...